24 nov 2007

Internet overleven: generatieverschillen

De keynote spreker van het NVB congres, Cor Molenaar hield een presentatie getiteld: “Internet overleven: van Flower power tot second life”. Zo heet ook zijn boek.

Molenaar stelt dat de basis van ons gedrag wordt bepaald door routine, die structuur geeft, houvast en zekerheid. Hij laat zien dat de basisbehoeften van de mens hetzelfde zijn of je nu in het Nederland van de jaren zestig en zeventig (flowerpowertijd) of NL van nu. Iedereen wil contact en meedoen.
De grootste verandering trad op in jaren 90 met nieuwe communicatievormen en internet.
Molenaar psychologiseert verder over wat hij noemt vier niveaus van bewustzijn: Realiteitsniveau, Verbeeldingsniveau, Mystieke niveau, Bindingsniveau.
Mooi is wat hij noemde:”Deconstructie van het moeten”. De huidige overvloed aan keuzen, en de verbeelding vs. werkelijkheid
Structuur wordt gevormd voor je 30 bent, daarom zijn de kinderen die nu opgroeien anders.
Kijk naar kinderen en je ziet waar het naar toe gaat, houdt hij ons voor.

Ok dat neem ik graag aan. Later op de dag hoor ik een andere spreken praten over ‘digital natives’ (= dat zijn de kinderen die in een gedigitaliseerde wereld zijn geboren en opgegroeid) en de ‘digital immigrants’(= dat zijn de mensen die zelf de digitale wereld hebben vorm gegeven, maar nog wel een wereld hebben gekend zonder elektronica). Als ik naar mezelf kijk dan zie ik inderdaad wel enige moeite die ik heb met een aantal vanzelfsprekendheden. Zo print ik een lange tekst liever uit dan dat ik het op het scherm lees, maar printen komt in het hoofd van mijn 13-jarig nichtje niet op, zelfs niet als mogelijkheid. Ook heb ik zelf wat moeite met icoontjes, en begrijp ik niet altijd wat zo’n afbeelding aanduidt. Lastig met MSN’en en het gebruik van emoticons!

De jongere generatie (ook wel aangeduid als ‘millenials’, generatie Einstein) groeit op met computers en met internet en met een mobiele telefoon. Zij vinden al die dingen vanzelfsprekend. In het SCP rapport: ‘Nieuwe links in het gezin: de digitale leefwereld van tieners en de rol van hun ouders’ wordt aangegeven dat bijna alle jongeren MSN’en. Het gebruik van die chatmethode is het grote verschil tussen jongeren en ouderen.
Het aardige van dit rapport is voorts dat het uitwijst dat chatrooms helemaal niet zo vaak door tieners gebruikt worden: de meeste MSN’en met bekenden van hun contactenlijst. Voorts is het niet zo dat kinderen de ouders leren om met internet om te gaan. Kinderen leren wel degelijk van de ouders.

[Aardig is ook het SCP rapport ‘Verbinding maken. Senioren en internet’. Uit het persbericht lees ik dat de meerderheid van de senioren de achterstand op de jongeren hebben ingehaald en nu ook op internet aanwezig en minder bang is om fouten te maken].

Meteen ook maar het rapport gelezen van Forrester Consulting ‘Is Europe ready for the millenials’. In dit rapport is een onderzoek gedaan naar de bedrijven om te kijken in hoeverre bedrijven zijn aangepast aan de leef- en werkwijze van de jongere generatie.
“Millenials like to run processes in parallel, multitask, prefer working in peer groups and are more ‘learner-centered”. Hun manier van werken en werk beleven is anders. “technology and social factors converge to create social computing”. Verder zijn ze niet zo merkentrouw en ze houden niet van advertenties. Je ziet inderdaad dat er toch een andere manier van werken aankomt, waarin flexibele werktijden en werkplekken en een omvangrijk gebruik van netwerken meer centraal staat.
Al met al een boeiende toekomst: een met wel verschillen per generatie, maar niet echt een kloof.

19 nov 2007

NVB-congres: one giant step

Donderdag, 15 november 2007, was ik in De Reehorst in Ede bij het NVB congres .
Niet live geblogd, maar wel getwittered.
“ Twitter : is dat geen informatie-overload?” vraagt mijn buurvrouw bij de opening. Waarschijnlijk wel, maar daar heeft niemand het meer over. Ik denk zelf dat informatie-overload een beetje ‘uit’ is.
Toch niet blijkt uit een snel google-tochtje: in juli nog heeft David Shenk, die 10 jaar geleden een boek daarover schreef [“Data smog”] in Slate een artikel gepubliceerd: “The E DecadeWas I right about the dangers of the Internet in 1997?”
In 1997 schreef hij nog: “"Just as fat has replaced starvation as this nation's number one dietary concern, information overload has replaced information scarcity as an important new emotional, social, and political problem" (p. 29).” (citaat uit Technology and Communication in the Environmental Movement door Kim Leeder. Kim vervolgt: “ The availability of information has more than surpassed the ability of human beings to process it, and those who attempt to keep up suffer from anxiety, stress, and mental health problems such as attention-deficit disorder. “ ]
Het zijn juist de communicatiemiddelen als e-mail, sms etc die voor “ information overload”, de “infomania” ofwel de” informatiestress” zorgen. Lees ook het artikel van Marie-Jose van Klaver in NRC van september n.a.v. het bericht van Shenk onder de titel “Orgie van mails zorgt voor stress “ van 12 september jl.
Niet verdwenen dus, maar een andere benaming gekregen.
Ik heb uiteindelijk 29 twittertjes verstuurd. Helaas was er niet een groot scherm waarop al die twittertjes, van verschillende mensen onder elkaar, gepresenteerd konden worden. Was wel leuk geweest om die directe verslagen te zien. Uiteindelijk is besloten om de NVB-twitter aan te houden als Bibliotwitter.
Het congres was erg leuk. Ik had gehoopt om veel mensen te zien en te spreken en dat is ook gebeurd. Voor mij was het in de eerste plaats een sociaal gebeuren. Daarnaast wilde ik wat rondkijken of er nieuwe dingen waren (de e-booklezers, maar ook CSA Illustrata) en of ik nog wat op kon vangen van de ideeën (NVB als belangenbehartiger en imagoverbetering) en nieuwtjes (OCLCPICA heet geen PICA meer, maar alleen OCLC) die tijdens dit congres worden geuit.
De opening vond ik verfrissend. De onderdelen in het huishoudelijke gedeelte werden aan elkaar gepraat door twee cabaretiers, die bibliotheek typetjes uitbeelden. Compleet met bibliotheeklied en met een zwerver op zoek naar een – beter - second life!
Wouter Gerritsma, collega blogger van de WUR is informatieprofessional van het jaar geworden, ook ik heb op hem gestemd. Esther Hoorn heeft met haar essay over Creative Commons, de Victorine van Schaikprjs gewonnen. Voorts is er nu een “Statuut voor professionals in openbare bibliotheken” en gaat (de Fobid?)een portal oprichten voor opleiding en nascholing inclusief een wiki met functieprofielen. Aan professionalisering wordt dus gewerkt!
Cor Molenaar, die de keynote – we hebben nu “Euroglot” en die geeft aan als vertaling voor keynote: leidende gedachte, of nog mooier leidmotief - uitsprak is een goede en vlotte spreker. Hij had het over de nieuwe generatie, die van de digital natives, om met een andere inleider te spreken. Ben nog wat aan het lezen over jongeren vs. ouderen en internetgebruik en daar kom ik nog op terug. Maar ik geloof niet dat het zo zwart-wit is als Molenaar ons wil doen geloven.
Ik heb nog op de NVB site gekeken, maar ik zie daar geen verslag van het congres. Dan zijn we dus aangewezen op de bloggers. DeeBoeks is een actieve, die heeft ook online geblogd en linkt ook door naar de anderen.

12 nov 2007

Elektronisch papier


De grote doorbraak voor de elektronische boeken komt, volgens deskundigen van de uitvinding van de elektronische inkt: e-ink. Dat is een dunne maar stevige folie waarin de bolletjes inkt vast zitten die door stroom wel of niet naar het scherm gaan en zodoende een wit of zwart puntje geven.
Het is heel dun en heeft een contrastwerking te vergelijken met ‘gewoon’ papier. Daarom ook kun je er goed mee lezen (er zit ook geen backlight in).
Voor de technologie kun je te rade gaan bij de E-ink Corporation. Deze vorm van elektronisch papier is uitgevonden rond 1990 door Joseph Jacobson in samenwerking met Philips. Pas vanaf 2005 wordt het commercieel geëxploiteerd

1 nov 2007

CWIS-NL Donicie

In de middag een workshop o.l.v. Etienne Donicie van het Taal-Centrum VU. Hij begint met de drie regels voor goede webteksten van Jacob Nielsen: de 50% regel, het scanbaar zijn, en objectief.
Hij spreekt over "Mysterymeat navigation [je weet niet waar naar toe: "informatie" of "algemeen"],en uiteraard een absoluut verbod op " klik hier". Zeer verhelderend was een filmpje over de resultaten van een " Eye track onderzoek" , daarbij wordt gekeken naar welke oogbewegingen gemaakt worden om informatie op een website te vinden. Zo begin je linksboven, scant koppen,kijkt niet naar rechts, en vertoont een soort ongevoeligheid voor drukke, advertentie-achtige stukjes "bannerblindness".
Belangrijk voordat je begint met schrijven is een doelgroep analyse: wat zijn de persoonskenmerken van je doelgroep en wat is het doel van je tekst. Let ook op de vormgeving, de kleuren en de lay out , zie de site van drempel vrij voor voorbeelden. De volgorde van je tekst alinea 's is van belang; het begrip 'oprolbaarheid' komt al uit een oude journalistieke traditie. Het betekent dat je het belangrijkste als eerste vermeldt, de alinea 's kun je dan van onderen af desgewenst afknippen.
We kregen wat aardige oefeningen waarin duidelijk werd wat een verschil het oplevert als je een aaneengesloten stukje tekst maakt of diezelfde informatie in geredigeerde stukjes presenteert.
Het stramien van feitelijk bericht ziet er als volgt uit:
de 5 w's en h (wie, wat, waar, waarom,wanneer en hoe), kopjes, intro, witregels, tussenkopjes, topisch zin (begin je tekst met een zin waarin de inhoud al wordt samengevat), links, geen cursief en niets onderstreept.
Het stramien van een motiverend bericht berust op hetzelfde, en bovendien gebruik je daarbij de gebiedende wijs, je spreekt de lezer aan en noemt niet steeds jezelf. Gebruik ook geen naamwoord staal en passieve zinnen en maak duidelijk wat de deelnemer eraan heeft.
Als uitsmijter geeft hij ons nog de Aida-regel mee:attention, interest, desire, action.

Tips over de formulering uit de ' de kleine schrijfgids ' van M. Hermans. Vermijd Bulletitis (lange lijsten met opsommingen) en vooral varieer!

CWIS-NL van Soest

De Volkskrant journalist Thijs van Soest presenteerde de dubbele cultuur bij de krant: enerzijds het gedrukte medium, anderzijds de krant via Internet. Er is een haat-liefdeverhouding tussen die twee. Enerzijds willen de schrijvende journalisten het liefste de primeurs voor zichzelf houden, anderzijds willen ze het nieuws zo snel mogelijk openbaar maken. En juist die snelheid vind je in de Internet krant. Met de reorganisatie van de Volkskrant redactie is gekozen voor een centrale opstelling van de Internet redactie: de newsroom. De newsroom is centraal gelegen in de redactie ruimte, waardoor alle redacteuren snel en efficiënt hun informatie kunnen doorspelen naar de Internet ploeg.
Er zijn twee Volkskranten op Internet: de gedigitaliseerde gedrukte krant en het doorlopende nieuws van de Internet krant. 's Nachts wordt er een dump gemaakt van de gehele papieren krant. Alles wordt eerst als kaal bestand op Internet geplaatst en in de ochtend worden de teksten geredigeerd, links erbij gezocht en plaatjes en eventueel aanvullende teksten gemaakt.
De webkrant kan worden aangevuld met video's en plaatjes, je kunt er een peiling opzetten en om een reactie vragen.
Belangrijke tips van Thijs: "ga in de begrijpelijke modus", gebruik vragende zinnen, schrijft kort en bondig, plaats veel tussenkopjes, en vermijdt grijs.
Ook uit het verhaal van van Soest is duidelijk dat we nog steeds in een overgangssituatie verkeren. Het sterkst blijkt dat uit het feit dat ze bij de Volkskrant het nodig vinden om de gehele papieren krant in digitale vorm weer te geven. Dat lijkt me eigenlijk overbodig. Een papieren krant kan heel goed bestaan naast een Internet krant, maar benadruk daarbij wel de eigenheid van het medium.