24 aug 2008

30 jaar bibliothecaris

Om nog even terug te komen op mijn vorige logje.
30 jaar is een hele tijd, maar het is wel een fascinerende tijd geweest.
Het vak van bibliothecaris (zo noem ik het toch nog steeds) was in deze afgelopen 30 jaar een en al dynamiek en beweging. Zeer in tegenstelling tot het soms wat stoffige imago, is het beroep van bibliothecaris hectisch, innoverend en veelzijdig. Je blijft leren en nieuwe einders ontdekken. In de afgelopen 30 jaar heb ik ieder jaar ten minste een cursus gevolgd en ik blijf nog steeds nieuwe dingen ontdekken.
Tijdens de opleiding heb ik de overgang meegemaakt van parochiebibliotheken naar openbare bibliotheken, in bijna alle Nederlandse gemeenten. De opkomst en nu weer de ondergang van de bibliobus en de tijdschriftencirculatie en de veranderende gedaante van de catalogus, de uitleen(administratie), het ibl. Maar wat is gebleven is de ondersteuning van de bibliotheekgebruiker, het verstrekken van informatie in de vorm van antwoorden, instructie en het aanbieden van (toegangen tot) bestanden en boeken.
In 1999 heb ik nog eens een werkstuk gemaakt over de ‘veranderende rol van de informatie professional’ (in het kader van mijn doctoraalopleiding in de boek- en informatiewetenschap.
De twee stellingen daaruit:
• Naar beroepsopvatting zijn twee soorten informatieprofessionals te onderscheiden:”collectieblijvers” en “collectievlieders”
• Traditionele beroepen als bibliothecaris, documentalist, literatuuronderzoeker en journalist convergeren tot “content manager”
Het heeft ook te maken met de grootte en soort van de bibliotheek waarin je werkt. Bij een universiteitsbibliotheek met een omvangrijke collectie en grote gebruikersaantallen is ook het werk en de beroepsomschrijving van de bibliothecarissen gedifferentieerd.
In een kleine bedrijfsbibliotheek, of bibliotheek van een klein onderzoeksinstituut ligt de nadruk sowieso meer op gebruikersondersteuning dan op bezitsvorming en –beheer. Maar dat was 30 jaar geleden niet anders. Alleen was er vroeger veel meer administratie te doen met al die kaartenbakken voor catalogus-, uitleen en circulatiekaarten. En alleen al het inschrijven van een hele stapel tijdschriften was al een klus op zich.
En natuurlijk de opkomst van de ICT in de bibliotheek. Eerst nog schoorvoetend, in de vorm van een machine voor het aanmaken van cataloguskaarten en later volop met elektronische boeken en tijdschriften en een volledig geautomatiseerde catalogus en uitleen.
In 1978 stuurde ik ingevulde voorbedrukte formulieren met een aanvraag naar de Bibliotheek van de TU Delft en nu sturen we een aanvraag per mail door in een voorgedefinieerd format.
In de vroege e-tijd kon je nog wel eens literatuuronderzoek doen voor een onderzoeker in buitenlandse databanken. Dat deed niet iedereen zo maar zelf omdat dat ingewikkeld (zeker in de tijd van voor de opkomst van het WWW) en kostbaar (taxi-tarief) was. Inmiddels zijn de eindgebruikers zo ver ‘empowered’ dat het heel normaal wordt gevonden dat hij alles zelf doet en overal zelf toegang toe heeft. Ik ben benieuwd hoe dat nu verder gaat, of we inderdaad, zoals John Mackezie Owen zegt (in het WTR-trendrapport) naar een volledig ‘open access’ wereld toegaan, waar zelfs het organiseren van toegang geen aparte taak meer is, want alles is al toegankelijk.
Het wordt wel steeds leuker en socialer. De kern van samenwerking toen en nu blijft het face-to-face contact en de uitwisseling van gegevens op persoonlijke basis. Maar er is al zoveel meer mogelijk met gebruikmaking van allerlei web-technieken, het maken van een virtuele bibliotheek (onderwerp van mijn afstudeerscriptie in 2001) en nu als laatste de web 2.0 social tools. Aan de andere kant zei een (het jongste) lid van onze bibliotheekcommissie vorige week nog, dat samenwerking toch het beste in persoonlijke ontmoetingen vorm kan krijgen.

2 opmerkingen:

WoW!ter zei

Hoi Marianne,

Bij het vorige logje vergeten je te feliciteren met je mijlpaal van dertig jaar. Daarom bij deze alsnog gefeliciteerd.

Wouter

Marianne van der Heijden zei

Dank je Wowter.
Is het niet geweldig dat het allemaal voor een deel hetzelfde blijft. In de kern dan..:)