27 okt 2008

Springer's MyCopy


In de NRC van vrijdag 24 oktober heeft redacteur Jan Benjamin de nieuwe dienst van Springer MyCopy beschreven. Volgens Benjamin wordt dat volgende maand geïntroduceerd. Het artikel in NRC heeft als titel: ‘Kredietcrisis? Wij zitten in een groeimarkt’: Hoe topman Haank uitgever Springer van elektronica weer teruggaat naar papier. In het elektronisch krantenarchief van NRC kon ik het nog niet terugvinden.
Op 9 oktober is er al een persbericht uitgegaan in New York en Berlijn: “Springer launches MyCopy”.

Wat houdt dat in: bij de uitgever Springer kun je e-books kopen in een pakket: per jaar of in een onderwerpspakket. Er zijn dertien onderwerpen gedefinieerd. [Helaas zul je bijna altijd vinden dat voor jou interessante boeken in meerdere pakketten zitten: aantal voor ons interessante boeken zitten in Biomedical and Lifesciences, Earth and Environmental Sciences en Mathematics, maar nog veel meer van de boeken uit die pakketten zijn helemaal niet interessant voor ons].
Enfin, de universiteitsbibliotheken zijn in ieder geval genoodzaakt bijna alle pakketten af te nemen. Als je dan zo’n e-book in de bibliotheek hebt aangeschaft dan kunnen je lezers dat e-book online benaderen. Met de nieuwe MyCopy dienst zou een –geregistreerde gebruiker – datzelfde e-book dan ook voor een laag bedrag (USD 25,-) kunnen laten afdrukken via een print-on-demand service.
Dus bijvoorbeeld als je een pakket afneemt voor bijvoorbeeld 10.000 euro, dan kunnen al je gebruikers online bij de boeken uit dat pakket en voor nog eens 25 dollar kunnen ze dan een –eenvoudig – gedrukte versie ervan voor persoonlijk gebruik krijgen.
Overigens kun je ook voor 25 dollar een hoofdstuk kopen uit een niet al reeds aangeschaft boek.
Volgens Haank in de NRC heeft Springer een oplossing gevonden voor het probleem dat boeken zo’n onaantrekkelijk bedrijfsmodel hebben “Elk boek is een product op zich”, en daarom hebben ze de boeken nu ‘vertijdschrift’. Dus ze worden geleverd in abonnementvorm met hoofdstukken als artikelen.
En dus zitten wij, als we dat doen met 80% boeken waar we wel voor betalen, maar die we niet willen. Lekker bedrijfsmodel is dat. Zo kan Springer, over de portemonnee van kleine bibliotheken (bedrijven en particulieren) toch nog flinke winst maken.
Overigens heb ik in SpringerLink de mogelijkheid van MyCopy nog niet gezien.

20 okt 2008

Veranderingen

Verandering is denk ik van alle tijden. In Romeinse tijden gingen mensen naar de openbare bibliotheek, omdat daar werd voorgelezen uit boeken /manuscripten (heb ik een scriptie over geschreven). In mijn jeugd gingen we naar een parochiebibliotheek, waar de bibliothecaris ons een zijns inziens geschikt boek ter lezing overhandigde. En vorige week liep ik in de centrale openbare bibliotheek van Amsterdam. Heerlijk ruimtelijk, overal zitjes en mensen (met tassen) en boven koffie drinken met uitzicht op de stad. Altijd heeft de bibliotheek zijn functie gehad. En uiteraard gaat de verandering, of zo je wilt modernisering bij de een sneller dan bij de ander. Zelfs hier bij de OBA zie je het verschil tussen de centrale bibliotheek en de filialen.
Ook in de wetenschappelijke onderzoeksbibliotheek waar ik werk is dat veranderingsproces gaande: wij hebben geen papieren tijdschriftabonnementen meer, terwijl een collega-instituut uit de alfawetenschappelijke hoek nog een omvangrijke papieren collectie onderhoudt.
Dat kan allemaal prachtig naast elkaar bestaan. Zeker als je nog verder nuanceert. Zo hebben wij geen papieren tijdschriften meer, en zijn we begonnen met online boeken, maar daarnaast hebben we een kleine 2000 boeken, die nu uitgeleend zijn. Op een populatie van 200 mensen vind ik dat nog verrassend veel. Dus ook wij zijn hybride bezig.
Of eigenlijk moet ik zeggen: in transitie. Een van de Infokits van JISC gaat over ‘change management’. N.a.v. de OCN2008 wilde ik eens kijken wat dat verandermanagement is. Ik lees bij JISC dat er een verschil is tussen ‘change’ en ‘tansition’, waarbij het bij transitie gaat over het interne heroriëntatieproces gaat. Change is meer een verandering van de externe omgeving.
Transitie is mijn antwoord op de stelling van Jan voor de blogkermis:
"De nieuwe bibliotheek verschijnt aan de horizon terwijl de oude bibliotheek nu al door z'n hoeven zakt".Transitie bestaat uit drie fasen: Endings (loslaten van het bekende) – Neutral Zone (exploratiefase tussen huidige en toekomstige staat) – New Beginnings (commitment en identificatie met het nieuwe).
Lijkt me een aardige beschrijving van de ontwikkeling die de bibliotheken doormaken. Zeker de onzekerheid en verwarring in de Neutral Zone is kenmerkend voor de huidige staat van veel bibliotheken (en bibliotheekmedewerkers).
Maar zoals iemand op de Academische boekconferentie zei:” Het paard is allang niet meer het belangrijkste vervoermiddel in de huidige maatschappij, maar toch zijn er meer paarden dan ook te voor.”
Daarom een fotootje van Kareltje van 2 jaar geleden toen hij nog een puber-veulen was.


E-books toekomst

Terwijl tijdens de conferentie over de toekomst van het academische boek de meeste uitgevers en sprekers zich nog helemaal sterk maakten voor het gedrukte boek, is de opmars van het e-book toch echt niet te stoppen. Voor wie het nog eens wil nalezen: een aantal lezingen staat op de Amsterdam Wereldboekenstad site.
In een enquete van de Frankfurter Buchmesse bleek dat de meerderheid de komende 5 jaar het gedrukte boek nog dominant was, dat rond 2018 e-book belangrijker zullen zijn in de verkopen dan print.
Ook JISC heeft een survey uitgevoerd onder studenten en staf van hoger onderwijsinstellingen in UK. Daar komt onder meer uit dan het lezen van een heel boek van het scherm – iets wat de gedrukte-boek-aanhangers verwerpen – niet ongebruikelijk is, ja zelfs al de meerderheid doet:

Although reading e-books exclusively from the screen becomes less popular as a function of age, this is still the dominant preference for scholars of all age groups, right up to retirement. Just over 53 per cent of e-book users (staff and students) say they only read from the screen, even in the 56-65 age bracket.
Maar waar tekstboeken uitsluitend nog een elektronische rol spleen wordt er toch nog veel geleend uit de bibliotheek. Verrassend genoeg vonden de JISC onderzoekers dat bibliotheekbezoek om een boek te lezen of in boeken te browsen het aantal malen dat ze de online bibliotheek bezoeken overtreft.

As noted everywhere these days, many staff have deserted the physical library, preferring the online experience, although obviously not in all disciplines. This broad generalisation does not yet apply to students. Despite the fact that the virtual library is only a click or two away, students still visit the bricks and mortar facility more frequently than they go online. And, surprise, surprise, they overwhelmingly do this to borrow or browse books. This comes far ahead of other activities, including using the library as study space.
Overigens heeft JISC een ‘national e-book observatory’ en daar lees ik dat ze een nieuw onderzoek gaan doen naar de verschillende business modellen voor e-books. Leuke site overigens, die ga ik volgen.
In eWeek verscheen een artikel waarin Gerry J. Purdy beschrijft dat de e-books in de vorm van e-books zoals ze in e-bookreaders worden gebruikt de hele markt zullen veroveren. Hij begint met de zeggen dat pas als e-bookreaders een betere manier van lezen kunnen bieden ze de strijd zullen winnen:
eBook readers are not going to be successful until they offer book lovers a better, more worthwhile and enjoyable reading experience than traditional paper-bound books do today.En vervolgens somt hij in 15 punten op wat er allemaal nog moet worden verbeterd. Behalve formaat en interface heeft hij het ook over de mogelijkheid notities te maken, kosten en business modelleb, DRM en draadloze communicatie. Hij zelf schat dat in 2025 de helft van de gelezen boeken e-boeken zijn.

Enfin, wat mij betreft moet er nog iets veranderen aan de pdf, of in algemene zin aan het formaat. Als ik in mijn e-bookreaders een pdf inlaadt, zijn de vaste PDF’s of the klein of te moeilijk om deels te vergroten, en de variabele PDF’s die je in Mobypocket formaat kunt zetten verminken de bijbehorende tabellen en grafieken.
Maar ongetwijfeld zal een verdere ontwikkeling en verbetering van de e-bookreaders een verschuiving laten zien van print naar e-book. Daar ben ik ook van overtuigd.

Hattip: Sue Polanka’s weblog No Shelf Required

13 okt 2008

Academisch boek Conf, Carpenter

Philip Carpenter van Wiley-Blackwell over soorten e-books. [Gisteren zat ik tijdens het toetje met hem aan tafel en hij vertelde dat Wiley nog steeds een familiebedrijf is met Mw Wiley actief in de leiding].
STM loopt voorop en SSH volgt. Kijk naar de elektronische tijdschriften. Er wordt nu al zo'n 10 jaar digitaal gepubliceerd. Elektronische artikel wordt eerder gepubliceerd dan op print en met meer features. Monografieen zijn er bijna niet meer en toegang is door 'big deals' bijna universal. Is dat dan ook de toekomst van de sociale en geesteswetenschappen?
Hoewel het online uitgeven van tijdschriften is de printversie nog steeds gebleven. De uitgever heeft daarom geen voordeel door het verlaten vasn drukken en verspreiden, terwijl er wel geinvesteerd moet worden voor de elektronische versie.
Datzelfde geld voor boeken: er zou alleen maar financieel voordeel te halen zijn als print volledig zou verdwijnen. Maar print is nog springlevend.
Een van de alternatieve is het weghalen van de uitgever zoals de Open Access beweging wil. Met self-publishing is een uitgever al helemaal niet meer nodig. Kijk bijv. naar de experimenten van sommigen van de University Presses (ANU), die kunnen worden gedownload en met POD als print besteld. Blijkt dat download cijfers gigantisch zijn. En er is geen editor, marketeerof wat dan ook nodig en ze kunnen het met een kleine staf af.Maar Carpenter vraagt zich wel af of het viabel is.
E-books worden door met name bibliotheken gestimuleerd, vw het gemak van hantering daarvan. Maar vinden de gebruikers het ook? Zie ook de ebook studies van de Universitiet van Rochester. Sommigen haten het andere houden ervan; lezen kan beter van gedrukte boeken, iets opzoeken van elektronische. ook Carpenter gaat dus voor een gemengde toekomst.
Bij tekstboeks en naslagwerken is de elektronische versie wel voordelig. Nu verschijnt een tekstboek al vaak met een additionele website, en meer en weer worden complete onderwijspakketten online aangeboden. Ook naslagwerken, als begin bij het beantwoorden van opdrachten.
Wat ziet Carpenter als toekomst: Er komt heel veel meer online, de toegankelijkheid ervan hangt af van het prijsmodel voor de e-books. Of het digitale book overheersend wordt hangt af van de soort. Tekst en naslagwerken zullen volledig digitaal worden. Introductieteksten zullen digitaal worden, maar wetenschappelijke werken zullen naast online beschikbaar ook print beschikbaar blijven.

Academisch boek Conf. Thompson

Thompson schreef 'Books in a digital age' in 2005. n van het millenium was de algemene tendens, dat het boek zou verdwijnen zoals ook de LP verdwenen is. Maar dat is zo helemaal niet gelopen. Het gaat de social life of the book. ' There are numerous social worlds of the book'.
Vanuit de 'research space' komt als output artikelen en boeken, die weer input vormen voor verder onderzoek. Het uitgeven is een vorm van disseminatie, maar ook van certificering. Het maakt ook carrieres. De uitgevers zijn de risico-nemers in de supply chain van het wetenschappelijke boek. Oplages zijn dramatisch gedaald. Daar hebben de uitgevers specifieke copings strategieen voor gevonden. Boeken zijn het slachtoffer geworden van de strijd tussen bibliothecarissen en uitgevers over de scherp gestegen prijzen van de tijdschriften.
Uitgevers hebben enorm geinvesteerd in het digitaliseren van het proces. Uitgeven is eigenlijk het manipuleren van een digitaal document/database = boek. Waarom is de 'content delivery' dan tot op heden nog niet gelukt?
Voordelen zijn: gemak, updates, pertinent scale, zoek mogelijkheden, intertexuality, multimedia. Op al die manieren kun je waarde toevoegen aan de inhoud. Maar niet alle content is hetzelfde en eindgebruiker wil ook niet altijd dezelfde oplossing.
Belangrijkste probleem is meer economisch en cultureel dan technisch. Het is ook belangrijk om niet in het wilde weg digitale boeken aan te bieden, maar een coherent geheel met voldoende schaal en focus (pertinent scale).
De toekomst is waarschijnlijk gemengd, niet alles zal een-op-een gedigitaliseerd worden.

Academisch boek Conf. Van Raan

Over bibliometrie en de rol van boeken daarin. Kwaliteit van onderzoek wordt bepaald door anderen (peer review) en citatie-onderzoeken worden geschoond van zelf-citaties.
Citaties is nog niet meteen kwaliteit. Web of Science sub-universe uitbreiden met andere bronnen zoals bijv. Medline (source expansion) en met externe citaties (target expansion).
Wetenschap is een netwerk van publikaties (nodes) die met elkaar verbonden zijn door citaties (edges).
Voor normalisatie nodig: CPP,(citaties per publikaties) JCSm (per tijdschriften) FCSm (per veld). Een wetenschappelijke veld is een verzameling van tijdschriften, of in andere definties clusters van concept-related publications (mapping of science = datamining).
WoS dekt bijna 100% van biologie en dat loopt sterk terug naar minder dan 40% voor Kunst en geesteswetenschappen. Dus de gebruikelijke technieken zijn niet voor alfa's te gebruiken. Zelfs binnen geesteswetenschappen is er nog een groot verschil, en wat er niet is opgenomen zijn de boeken, aldus van Raan. (HEFCE )
Maar als je kijkt naar het tabelletje voor de Spinoza prijs, dan zie je dart er toch nog heel wat boeken een rol spelen. Wel t meest in geesteswetenschappen, maar ook in bijv. biologie zijn boeken nog redelijk belangrijk.
Als je kijkt naar de tijd van de impact dan is het verschil tussen fysica (4 jaar) en sociologie (tientallen jaren, blijft op n plateau).
Maar zelfs in fysica worden boeken nog veel geciteerd, zo bleek uit een onderzoek waarbij gekeken w erd naar de beste publikaties in bepaalde vakgebieden en daarvan de referenties van de niet-WoS publikaties (dat zijn vaak boeken).
Maar ook Library Catalogue Analysis is een goede aanvulling op het reguliere bibliomnetrische onderzoek.
Hij verwacht t meest van Google Scholar dat ze over een jaar of vijf ook met opname van boek en referenties zal komen. In WoS en Scopus is de unificatie van een boekreferentie een lastig issue.

Academisch boek Conf. Westermann

Mariet Westermann: Neither dodo nor dog but horse: the evolution of the multi-media book.
Ze praatover haar rapport 'Art history and its publications in the electronic age', ook een digitale publikatie. Met name illustraties zijn een probleem, van peperdure copyright tot en met de kwaliteit van de kleuren.
Zal het later eens lezen, de link geeft nu XML-errors.
Ze leest het allemaal erg saai voor, en lijkt me ook geen nieuw standpunt, Tuurlijk zijn illustraties belangrijk voor een kunsthistorisch onderzoek. Er zijn nog geen bekende economische modellen om digitaal te kunnen publiceren.

Academisch boek Conf. Van Oostrom

Frits van Oostrom over ' the book and the academicpolicy making'.
Laat belangrijkste Heinekenprijswinnaars zien met hun belangrijkse publikaties: betawetenschappers publiceren in tijdschriften en geesteswetenschappers in boeken.
Maar ook in alfa wordt gebruik gemaakt van digitale mogelijkheden. Van Oostrom zelf heeft in zijn website 'Stemmen op schrift' gebruikt gemaakt om, naast de publikatie van zijn boek alle aantekeningen doorzoekbaar te maken en zelfs Middeleeuwse voorlezingen te laten horen.En hij heeft ook commentaren en nagedachten opgenomen.
Het boek is dus niet alleen nostalgie, maar juist dynamisch en open door gebruik van digitale middelen.Het boek is nog steeds de gouden standaard in deze wetenschapstakken.
Dat heeft te maken met de scope en scale van deze wetenschappen. Ze kunnen niet zo makkelijk reductionistisch te werk gaan.
Neemt als voorbeeld 'Herftij der middeleeuwen' (waning of the middle ages)van Huizinga, dat nog steeds en veel meer wordt gedrukt en gelezen. Quote van Derek Bok president Harvard University Commencement Speech 2007, over het belang van de geesteswetenschappen en dat die een andere benadering nodig hebben dan de beta's.
Van Oostrom zegt dat het van belang is om het verschil te zien voor universiteits-besturen, met het oog op de bibliomnetische gegevens en de kwaliteits-onderzoek, en de bibliotheken.
De bibliotheken moeten blijven investeren in de aanschaf van boeken en die niet offeren aan meer tijdschriften.
Om het juiste niveau van infrastructuur (en voor humanities is dat ook boeken) te behouden is niet alleen een financieele zaak,maar veelal ook een psychologische. Bibliotheken moeten aantrekkelijk en toegankelijk zijn en vooral niet te veel in de kelders opslaan. Het onderscheid tussen het snelle elektronische aanbod en het aanbod van oude en nieuwe boeken zou meer geintegreerd moeten worden aangeboden. De houding van de docenten is van het grootste belang om studenten niet bibliofoob te maken. Voor de nieuwe generatie heeft het wetenschappelijke boek zijn vanzelfsprekendheid verloren.
Maar waarom het boek perse een gedrukt boek moet zijn daar heeft hij niet echt een goed antwoord op. Zeker boeken in de geesteswetenschappen, die veel tekst bevatten kunnen m.i. prima gelezen worden op een e-bookreader. Het is juist de tabellen en grafieken die e-bookreaders onbruikbaar maken (tot nu toe dan, er zal heus wel een ander bruikbaar format komen).

Academisch boek Conf. de Swaan

Abram de Swaan over de boek als 'tangible memorial' of beter als 'material remains' .
Darnton (Robert D ' The new age of the book' in the New York Review of Books 1999) waarschuwt over het einde van het boek en ziet het nieuwe boek op Internet Hij beschrijft een boek die een andere manier van lezen vraagt: horizontaal en verticaal, met links en doorverwijzingen, plattegronden e.d. Maar zo hebben mensen altijd al gelezen. Met een hele stapel boeken open, wisselend van stukje lezen hier en daar en als je de weg kwijt raakt ga je weer terug naar de originele tekst, of in moderne taal je klikt op 'Home.
De Swaan leest zij tekst op van een elektronisch device, een e-bookreader, zodat ik – ik zit halverwege – voornamelijk op zijn witte haardos kijkt. Slechts af en toe kijkt hij in de zaal in. Geen illustraties, verder niks. Erg saai!
[Darnton opgezocht en ik vind iook een artikel over 'The library in the new age' van juni 2008 in the New York Review of books.]
Hij noemt de betalingsmoeilijkheden op Internet, en de problemen van eigendom: wat blijft er van de originele manuscript als het is opgenomen in ee linkhoop. En wat blijft er voor een auteur als 'material remains' over?
En daarna legt hij de serials crisis uit: het alsmaar verhogen van abonnementsprijzen van wetenschappelijke tijdschriften en het open access verhaal. Swaan zelf heeft nooit zijn copyright overgedragen en zet alle artikelen op zijn eigen website.
Wetenschappers moeten het publikatieproces in eigen hand nemen.
In de pauze sprak ik iemand die het wel moedig van de Swaan vond dat hij de positie en functie van uitgevers ter discussie stelt.

12 okt 2008

Toekomst van het boek

Wat is een boek? Vlgs. van Dale:

boek het; o -en 1 een samengebonden of genaaid aantal bedrukte bladen 2 hoofdafdeling ve omvangrijk geschrift: de ~en vd Bijbel 3 een ingebonden aantal bladen papier, bestemd voor aantekeningen: een aantekenboek(je); de ~en ve bedrijf de boekhouding; te ~ staan bekendstaan; buiten zijn ~je (of: zijn ~je te buiten) gaan zijn bevoegdheid overschrijden, te ver gaan

Wat is de toekomst van het boek? Vlgs. The Economist: The future of books: Now that books are digitised how will people read? Daniel Pudles 22nd March 2007
“So books that people would not traditionally read in their entirety, or that require frequent updating, are likely to migrate online and perhaps to cease being books at all”.

Ter gelegenheid van Amsterdam Wereldboekenhoofdstad wordt er een conferentie georganiseerd waarbij de toekomst van het wetenschappelijke boek centraal staat. Onder de titel: A CHALLENGE TO THE BOOK IN SCHOLARSHIP AND HIGHER EDUCATION: DODO OR DOG? willen ze op zoek gaan naar nieuwe paradigma’s over de rol van het boek voor de auteur en voor de wetenschap, publicatie- en businessmodellen voor uitgevers en de rol van de wetenschappelijke bibliotheken.
Vanavond is er een diner en een welkomstwoord van burgemeester Job Cohen en morgen is er een conferentieprogramma met presentaties en paneldiscussies.
Dus vanavond eerst – in ‘casual chic’ – naar het NH Barbizon Hotel op de kop van de Zeedijk en morgen luisteren naar sprekers in de Openbare Bibliotheek Amsterdam.

Als ik zo om mij heen kijk en luister dan hoor ik geluiden die op een dodo-toekomst duiden: jongeren lezen niet meer (zie Fobid-lezing Schnabel op de OCN en zie ook de ‘haataanschoolboeken Hyves), alles staat op internet, gedrukte boeken zijn niet meer nodig als alles online is.
Maar ook tegengeluiden, zoals sommige ideeën kun je niet in een artikel uiteenzetten daar heb je een boek voor nodig, in sociale en geesteswetenschappen speelt boek nog een belangrijke rol, en het is onhandig om langere teksten van het beeldscherm te moeten lezen.

Ikzelf lees nog steeds boeken (ben nu bezig met ‘An Army of Davids’ van Reynolds). Waarom? Ik denk voor de verdieping, niet voor de informatie om op de hoogte te blijven of nieuws om te volgen, maar als je mee in details wil lezen over een onderwerp.
Op het instituut hebben we ongeveer 2000 boeken uitgeleend (over 200 man personeel) Dan is er toch wel vraag naar zou je zeggen. In 2007 hebben we 106 boeken aangeschaft en 44 te leen gevraagd, dus 150 boeken van extern in huis gehaald. Zelf heeft het NIOO geen boeken geschreven, maar wel 14 boekhoofdstukken, 5 bundels geredigeerd en 13 vakpublicaties (rapporten en populaire boeken) geschreven.
Verder ben ik het met Pudles uit The Economist eens: naslagwerken hoeven niet meer in gedrukte vorm en ik denk dat uiteindelijk ook de bundels wel zullen sneuvelen. Het is immers toch veel gemakkelijker om een hoofdstuk te lezen. Blijft over het lezen van een samenhangend betoog met een grotere mate van detail en verdieping. Lijkt me dat dat onbekommerd kan bestaan naast alle online varianten. En zelfs denk ik dat het – met die long tail optie van Printing on Demand – nog veel gemakkelijker wordt om voor een kleiner publiek boeken te schrijven.

Wat betreft e-bookreaders, daar heb ik zelf mee getest, en medewerkers van het instituut testen verder. Mijn conclusie is voorlopig dat het nog te vroeg is: rapporten en wetenschappelijke werken zijn niet goed te lezen op een e-bookreader (er is nog geen goed format voor), maar op vakantie met 20 leesboeken op een device scheelt enorm in kofferruimte.

9 okt 2008

OCN2008 Nabeschouwing

Gisteren een leuke dag gehad op de Online Informatie Conferentie. Niet meer zo vernieuwend en opwindend als in de beginjaren(zie terugblik), maar toch wel interessant om collega’s en leveranciers uit het informatievak te ontmoeten. Formeel en informeel hoor je in zo’n face-to-face conferentie toch heel wat. En dus ben ik het met Jan van der Starre eens, dat een conferentie waarbij mensen lijfelijk aanwezig zijn zeer gewenst is. Niet ben ik het met hem eens dat dat ouderwets zou zijn. Dat hoeft niet, of beter gezegd dat had niet gehoeven, als de voorzieningen beter = moderner waren. Natuurlijk kun je bloggen, maar je laptop heeft wel elektriciteit nodig en die was slechts mondjesmaat voorhanden. Dat noem ik nou ouderwets. En ook kun je twitteren en op internet tijdens de presentatie zaken nakijken, maar dan heb je wel een internetaansluiting nodig, bij voorkeur een wifi. En die was alleen in zaal A voorhanden. Vroeger had je nog internetcafe’s waar mensen in de pauzes hun e-mail konden checken of iets anders konden nakijken op Internet, maar ook dat is niet meer. Dus als je een f2f-conferentie modern wilt maken dan biedt je overal in de zalen en in de gangen makkelijk toegang tot elektriciteit en overal wifi. Verder zou het natuurlijk buitengewoon leuk zijn geweest als de NVB-twitter, of de twitterfontein van Jeroen ergens groot op een muur geprojecteerd kunnen worden, dan is er optimaal communicatie mogelijk. Ook zou je als extra service mensen die niet aanwezig kunnen zijn, zich kunnen laten inschrijven voor deelname aan de online registratie van de conferentie.
Dus een moderne organisatie, nee dat was het zeker niet. Overigens vond ik toch De Doelen als lokatie prettiger. Uit de overichten op de oude OCN-sites kwam ik erachter dat in 2004 besloten is naar de RAI te gaan.
Moderne inhoud dan? Deels ja, En als ik zo om me heen heb gehoord, dan is met name het onderdeel van Bibliotheek 2.0 NING een bruisend geheel geweest. Ik vond de kennismanagementsessie die ik bijgewoond heb wel aardig en de Fobid-lezing van Paul Schnabel erg goed. Ook de aansluitende discussies/visies van de anderen vond ik wel boeiend. Maar dat we er zo tegen vijf uur gisteren uitgebonjourd werden vond ik ook niet prettig. Niet dat ik veel nieuws gehoord heb, maar soms is het inderdaad prettiger mensen iets te horen vertellen dan het allemaal maar zelf te moeten lezen.
Ik zou graag zien dat – een uittreksel van – de presentaties online beschikbaar zou komen. Maar de matige aankondigingswebsite (bij sommige onderdelen staat nog steeds: nadere informatie volgt) doet het ergste vrezen.

8 okt 2008

Afsluiting OCN2008 informatie-overvloed

Forumdiscussie informatieovervloed of welvaart?

De boekentoren in Gent – en de virtuele boekentoren van Google nu 10 jaar – van studentikoos begin in 1998 tot 'totalitaire ambities'. Maar Sylvia van Pethegem (UB Gent) is meer bezorgd over vrijgegeven privacy in weblogs dan privacy-schending door Google. Ze ontmaskert enkele fabels over het scannen en de praktijken van Google Books, partner programma met uitgevers en bibliotheekprogramma. Partnerbibliotheek geworden bij Google Books, door toeval, vw de rijke collectie, de open acces houding en het team.

Sneeuwvlokken van Erik Duval over Creative Commons en keuzestress (l'embarass du choix).
Oplossing is hyperpersonalisering (unieke sneeuwvlokken in een sneeuwjacht). Bijv. Amazon speciaal 'recommended for you', of last.fm en pandora = bootstrapping.
Gevaar voor een geatomiseerde samenleving en vervlakking, maar diversiteit wordt steeds groter en gemeenschappelijkheid kan beter gevormd worden door gerichte communities.

Informatievaardigheden is nog steeds het onderwerp van Albert Boekhorst. Informatiebronnen door observatie, consultatie en nog iets... Nodig om te overleven. Signalern van de informatiebehoefte – naar vraag, bronnen kennen en gebruiken en verwerken van informatie.
Mediawijsheid vlgs Albert beetje ongelukkig term, gaat niet om media, maar wat er op staat.
Informatie-arm vs informtie-arm (ook ontbreken van elektra), in kwadranten in relatie tot omgeving. Als de omgeving verandert- informatierijker wordt, moeten ook de informatierijke uit vorige omgeving bijleren om hun informatievaardigheden op peil te houden.
Hoe wordt je informatievaardig: door bewustwording. Houding, kennis en vaardigheden in doorlopende leerlijn bijschaven.

Niet echt een forumdiscussie, maar achteraf lees ik ook in het programmaboekje dat het drie visies zijn op het thema informatieovervloed.
Het was wel aardig om te horen.
Jammer alleen dat ik door stroomtekort in een informatie-arme omgeving terechtkwam:)

Fobid-lezing veranderend mediagebruik

Paul Schnabel heeft het over 'na het boek en het beeld nu het bestand'. Hij bedoeld na uitvinding boek, uitvinding van -bewegende- beelden nu het bestand.
Vergrijzing – NL is nog lang niet vergrijsd – is goed voor het boek. Ook andere sociaal-culturele veranderingen hebben invloed op de positie van het lezen/boek. Wereld van de media is veranderd: van allocutie naar conversatie en consultatie. Niet alleen de dragers en de inhoud maar ook de typen. Professoneel veranderingen in bijv. Printing On Demand en Digital Academic Repository, maar ook in distributiekanalen, longtail.
Lezen is een dalende trend – in columns van Paul “kan t wat korter”? Jongere generatie leest niet automatisch meer, ook niet als ze ouder worden.
Op www.tijdsbesteding.nl een interessant grafiekje over de verdeling van hoofdactiviteit over de media, ook tv-kijken is dalend.
Interessant in ontwikkeling van bibliotheekgebruik is dalende,hoewel bij allochtonen stijgend (geen eigen boeken thuis). SCP-onderzoek naar openbare bibliotheken begin 2008 'De openbare bibliotheek tien jaar na nu' . Kernfuncties terug naar het beschikbaar houden van media. 'Digitalisering vergt nieuwe invulling van missie openbare bibliotheken'.
Reflectie op informatie wordt belangrijker en de ob's kunnen daar een rol bij spelen.
Steeds meer tijdsbesteding aan de PC, maar het vergt ook digitale vaardigheden, niet alleen technisch,- de instrumentele vaardigheden, maar ook de structurele en strategische vaardigheden. De manier waarop we met informatie omgaan en hoe we het steeds verder kunnen integreren in het dagelijkse leven.
Is er sprake van information overload? Vlgs Schnabel niet. Overvloedige informatie-aanbod , maar basis mediagebruik (18 uur) is constante Tegenover overload staat Informatiegemak, negeercomfort en selectieplezier. Voordelen zijn de beschikbaarheid – toegankelijkheid - herhaal/herstelbaarheid.

Jacques Snel van Rijksweb is verkozen tot Informatieprofessional van het jaar is bedrijfskundige en verantwoordelijk voor het cross-portal van de overheid.
Laten we het ipv over kennismanagement over kennisontwikkeling hebben zrgt hij.Kennis is het vermogen tot effectieve actie: publikaties, vaardigheden en tools. Hij praat over publiceren, het meervoudig verkopen van dezelfde informatie door uitgevers en het meervoudig opnemen van dezelfde informatie in bijv. de overheidssystemen.
Wat heeft de uitgever nodig: vaardigheden, concepten, methoden en instrumenten, Bij het inrichten van Kennisbanken loopt je tegen menselijke tekort, nl wat bedoel je met je woorden. Hij heeft het over web 3.0 het semantisch web: we hebben geen tools nodig om informatie te zoeken, maar om t te vinden.

Het Juriconnect initiatief probeert deze sematische hobbel te tackelen, en door samenwerking met uitgevers tot een single source te komen. Gaat om juridische info.

Portal voor studenten

Proquest/cambridge man, Jim McGinty, over publiceren van proefschriften. Over onderzoek dat ze gedaan hebben naar drop outs in de 'graduate studies'. Ze willen een informatiesysteem bouwen voor 'graduate students'. Als uitgangspunt nemen ze de gebruiker (niet de uitgever,zoveel heeft hij al begrepen).
Ze hebben een portal genaamd 'Grad Share' , waar doctoraal studenten info kunnen vinden. over hun afstudeeronderwerp, bronnen en vragen en antwoorden. Ook een bibliotheekinstructie paragraaf.Voor het succesvol opzetten van een portaldienst is een goede kennis en uitwisseling met (potentiele) gebruikers noodzakelijk.Maar t is niet eenvoudig om vast te stellen waar nu de behoefte echt ligt. Daar moet je deskundig uitgevoerd, onderzoek naar doen.
Waarom doen ze het: in overleg met vereniging van deans, stimuleren van hun eigen databases, creeren goodwill bij bibliothecarissen, studenten worden uiteindelijk onderzoekers en docenten en dus toekomstige gebruikers.

Kennisintegratie in ontwikkelingswerk

Josine stremmelaar van Hivos over kennis = macht, als product en als vermogen.
Kennislandschappen in wetenschap, beleid en praktijk, valt soms erg tegen.
Kennisintegratie is chaotisch, heeft veel raakvlakken. Spanningsvelden, ook cultuurverschillen. De lerende organisatie versterken. Hivos heeft een kennisprogramma.
Beetje vrijblijvend verhaal. Maar ik vond haar plaatje over kennisintegratie wel aardig en ga zeker nog hun programma lezen.

Kennisgedrag


On zaal A, met wifi, presenteert Anna Francesca Mancosu de sessie over 'Knowledge Services'. Het gaat over kennismanagement in relatie tot informatiemanagement.
Pascal Claeys van Deloitte gaat het hebben over gedrag ihk van kennismanagement en hij begint met een aansprekend voorstelrondje met handopsteken. Documentatie als geheugen is als doel geworden, terwijl het eigenlijk een instrument is.
Heeft inventarisatie kennissystemen en kennisdelen gedaan en stuitte op veel mismatch tussen aanbod en vraag. Maar uit initiatieven op Internet blijkt dat het wel kan(wikipedia, google, social media) maar binnen het bedrijf lijkt het niet te lukken.
De kritische succesfactor is gedrag. Managementdrives van c-dynamics mwet kleurtjes geeft het de drijfveren (kwaliteiten) aan, en ook kun je de blokkades (valkuilen) met kleurtjes aangeven. Profiel dynamics kun je ook hangen aan bedrijfsonderdelen, personen en voor deinstrumenten die je gebruikt.
Doet erg denken aan 'Kwaliteit en bezieling in organisaties' van D. Ofman

7 okt 2008

Demo SEP UMC

Ria van de Velde geeft overzicht van hoe zij de SEP evaluatie heeft uitgevoerd uit METIS.
Probleem kwam al met de functie aanduidingen, vast en tijdelijk niet doorgevoerd en geen 'supporting staff', die zijn allemaal in 'other tenured staff'. geplaatst.
Na een zelfevaluatie in 2004 hebben ze het aantal functies geordend en geminimaliseerd.
Dat moest in Metis handmatig aangepast worden, en daarna 'SEP'-klaar maken, omdart dat werkt met een combinatie van velden: functie+aanstelling+categorie.
Ze heeft 2 jaar voorbereiding nodig gehad, en controleren of FTE klopt met de geldstromen. En de geldstroom tabellen moet je per jaar alles optellen.
Omdat je toch nog redelijk wat moet aanpassen is het wel erg fourtgevoelig.
Krijg er steeds minder zin is.
Discussie over de FTE deeltijd verdeling over verschillende programma's. Is de verantwoordelijkheid van de managers onderzoek, je kunt dat nl op allerlei manieren verwerken.
Ook de 'outcomes' cijfers lkosten aanpassingen. Wanneer is een boekhoofdstuk wetenschappelijk? Is niet te achterhalen. De proefschriften in Metis zijn niet helemaal betrouwbaar. Alle niet-Engelstalige worden geclasseerd als vakpublikaties, dus niet-wetenschappelijk.
In de 'full outcome list' kan nog niet alles in SEP-format worden uitgevoerd, ook de terminologie tussen Metis en SEP is niet conform. Ria heeft alles handmatig geteld!
Er ligt een vraag naar discipline-protocollen i.p.v. naar instituuts-protocollen.
Alle bibliografische gegevens en de full text van key publications staan op CD ROM.
Het heeft wel veel moeite gekost, maar door opschoning is Metis wel transparanter geworden voor UMC.

Kengetallen SEP/METIS

Leuk citaat op de openingspagina van de VSNU, Vereniging van Universiteiten van Aldous Huxley: 'Facts do not cease to exist because they are ignored.'
Lijkt me wel toepasselijk.
Kengetallen kun je krijgen door tijdschrijven en door normering, maar dat werd meteen van tafel geveegd. Enige wat overbleef is aansluiten bij de huidige praktijk.
Was ook meteen de opmerking van de deelnemers over het SEP verhaal: het gaat veranderen, maar blijft toch hetzelfde, er komt geen landelijke vergelijking, maar we vergelijken wel. Wat is het nu wel???

SEP = (Metis) = KUOZ = WOPI
[de isjes zijn een wens van Rene Hageman)

SEP= Standaard evaluatie protocol
Metis =Onderzoeksinformatie systeem
KUOZ = Kengetallen Universiteiten Onderzoek
WOPI = Wetenschappelijk Onderzoeks Personeel Informatie

Het oude boekje met definitie-afspraken is nog steeds geldig 'Definitie-afspraken Wetenschappelijk Onderzoek. VSNU 1994'
Het proces is nu zo, dat er een themagroep komt, dan een IR werkgroep en een bestuurlijke IR werkgroep en dan naar de stuurgroep AB. BLEEEH!
Ik heb van mezelf wel een tamelijk ambtelijke instelling, maar van zoveel bureaucratie krijg ik toch wel de kriebels.

WOPI is uitgangspunt voor personeel, alleen personeel opnemen die een arbeidscontract hebben. Niet onbezoldigd met salaris of zonder salaris maar wel met aanstelling, en heel kleine aanstelling als escape. Maar voorstel is 'wp in dienst' is t enige dat telt.
Toch zijn daar weer uitzonderingen op bijv. promovendi tellen wel mee (niet in dienst, maar wel output).
Maar de universiteiten hebben hun eigen verantwoordelijkheid daarin. Zo wordt er van alles en nog wat gedaan om problemen te omzeilen (zoals tijdens visitatie onproduktieve medewerker tijdelijk parkeren bij een anderonderdeel).
Er zijn vier soorten promovendi: 'gewone' = werknemer-promovendi, bursalen=contractpromovendi, interne promovendi, buiten-promovendi. En dan hebben we het nog niet over sandwich-promovendi. [ik heb laatst nog een overzicht van het Nederlandse wetenschapssysteem gedownload, moet ik nodig eens gaan lezen, want het is haast niet te volgen].
Onderzoeker en promovendi zijn 'non-tenured'. HGL,UHD en UD zijn tenured (de docenten dus). Dat is de uitkomst van een discussie waar mensen vaak niet uitkomen, worden in internationaal vergelijkingen gevraagd. Het vroegere onderscheid 'vast' en 'tijdelijk' is daarmee losgelaten omwille van de internationale vergelijking.

Outputgegevens zorgen ook voor discussies. Wat is bijv, een 'refereed' publicatie, de definitie is dan als er gepubliceerd is in een tijdschrift met een impact factor (maar geldt dat dan ook voor een brief die in zo'n tijdschrift gepubliceerd wordt. Of gaat het alleen over een tijdshcrift met een 'anonymous peer review' . En hoe zit het met de categorieen en de subcategorieen, en de resp. definities daarvan.

Geldstromen discussie lijkt overzichtelijk: 1e = basis (altijd OC&W?), 2e = NWO/KNAW (ook EU in competitie verworven), 3e = privaat (maar ook publieke 3e geldstromen = collecte). Onderzoek onderscheiden naar intentie (2e geldstroom) of opdracht (3e geldstroom).

Hij eindigt met nog een aantal vragen, of we die in groepjes of thuis willen beantwoorden. Jakkes, wat is dat saai, moet ik me daar echt over buigen. Of zei hij neem contact met je IR, je institutional research officer, help zou ik zomaar kunnen zij voor NIOO.

SEP

Renee Westenbrink van de VNSU geeft een intro over SEP: Standaard Evaluatie Protocol. Hij schets een aantal problemen bij de huidige methodiek:
* beoordelingslast: vereenvoudiging (naar KEP)
* benchmarking (plaatsbepaling in onderzoekslandschap) [trouwens CWTS heeft een aardige benchmarking tool op hun website]
* maatschappelijke relevantie: ook vraag uit politiek (in ERIC, evaluating research in context)
* promotieopleidingen: komt in SEP, nu nog niet
* vitality & feasibility: toekomstperspectief managementstrategie
* landelijke vergelijkbaarheid: is geen SEP-doel, internationaal vergelijken, maar politieke vraag

Nadruk bij beoordeling liggen op instituut meer op management dan op onderzoeksgroep.
Gegevens van universiteiten zelf, maar ook van visitatierapporten.
Nieuwe elementen in het SEP mn de promotieopleidingen en maatschappelijke relevante output. Eric heeft een overzicht van de verschillende maatschappelijke mogelijkheden in private sector, in professionele publek sector en t.b.v. brede publiek.

De nieuwe SEP vereist een lange voorbereiding (6 jaars-evaulatie). Belangrijk is de mid-term review, die veel onduidelijkheid geeft. Zou ultralicht moeten en kunnen zijn. De instelling zelf bepaalt. Vergt dat aanpassingen in Metis, nee dat is niet de bedoeling.
VNSU willen een website inrichten, waarbij ook gebruikers interactief kunnen meepraten.
Vanmiddag hebben we in het workshop-gedeelte een demo.

Bibliometrie

Onder de noemer 'een crash course in bibliometrics' geeft Thed van Leeuwen van het CWTS een compacte introductie, vergeleken met de graduate course -een vierdaagse cursus bibliometrics nu in Leiden. Introductie over CWTS (bv en daarnaast universitair onderzoek onder Social Sciences, contractonderzoek, maar publiceerden toch zo'n 10 papers per jaar. V
Bibliometrie (Garfield en Price) gegrondvest in USA onderzoekt wetenschap en techniek dmv kwantitatieve analyse van wetenschappelijke output. Maar onderzoek naar kwaliteit is niet gelijk aan science citation impact. CWTS is volledig bevoegd door Thomson Reuters Scientific en hebben een eigen database 1981-2007 daarvan, waarop en waarmee ze zelf nauwkeuriger analyses kunnen maken.
* Vier niveaus van analyse: macro- tussen landen, meso – disciplinair, micro – onderzoeksgroepen, nano – individuele onderzoekers.
* Drie typen data-verzamelingen: op adres (landen en/of instituten), op auteursnamen (lijst van namen en varianten), op publikatielijsten (van opdrachtgevers een lijst bijv. uit Metis) .
* Twee functies als je bibliometrie als diagnostisch instrument wilt gebruiken: beschrijvende analyses (bijv. benchmarkes) en evaluatie-analyses (voor instituen).
Doelen voor analyse kan zijn zoeken naar research potential of in past performance, dus toekomst in vergl. met verleden.
Keuze is altijd bij de klant. De benadering kan zijn topdown of bottom up.
Naast de alom bekende auteursnaam-problemen (spellingsvarianten, adresvarianten), signaleert hij ook vakgebied-definities, die verschillend kunnen zijn, zeker vergeleken met de door bijv. WoS gehanteerde vakgebieden. Het onderzoek naar research potential kan haast geen goed beeld geven als wordt uitgegaan van de top-down benadering, omdat meestal de publikaties van artikelen buiten instituut om buiten beschouwing blijven. Ook evaluatieve analyse is lastig als je alleen maar uitgaat van top-down, de overkoepelende instelling. Bottom-up benadering is de beste manier om evaluatieve analyses uit te voeren.
Vervolgens spreekt hij over de die ze voor de analyse gebruiken zoals aantal publikaties, aantal citaties, gemiddelde tijdschriftscore en de berekeningen ter vergelijking.
Citatie-metingen in vaste blokken van tijd, of in gevarieerde blokken van tijd.
Enige kritische kanttekeningen worden geplaatst bij de ISI Journal Impact Factors: fouten in berekeningen, alle documenttypes worden meegenomen, gewone en bijv. review tijdschrift worden op dezelfde manier behandeld, vakgebieden verschillen sterk en kunnen bijna niet vergeleken worden, te klein citatie-venster .
H-index is een eenvoudige meting voor performance-indicatie van de onderzoeker. H-index-waarden verschillen enorm per vakgebied en kunnen dus niet vergeleken worden. Bovendien is het een oeuvre-benadering, leeftijd en carrierelengte spelen daarbij een rol.
Zij zijn nog niet goed in staat om voor de geesteswetenschappen bibliometrische onderzoeken te doen. In toekomst willen ze ook Scopus meenemen, maar zegt hij 'meer is niet altijd beter'.

Metis seminar

Een tweedaagse bijeenkomst georganiseerd door de Metis Gebruikersgroep i.s.m. KNAW. Ze hebben op Surfgroepen het programma en een wiki.
Gisteren 6 oktober was de eerste dag, alleen bestemd voor MG-leden.
Vandaag 7 oktober is de bijeenkomst bestemd voor facultair beheerders en gebruikers.
Straks beginnen we met een plenair deel in de theaterzaal van het stadskasteel Oudaen.
Een mooie monumentaal vergadercentrum en horecagelegenheid aan de OudeGracht in het centrum van Utrecht.

De Oude Gracht is ook de mooiste straat eigenlijk in het centrum. Erg sfeervol, met nu de herfstbomen op de werfkades lanfgs de grachten.
METIS is het systeem voor onderzoeksregistratie en informatie. Alle universiteiten in Nederland doen eraan mee. Wij willen hetin eerste instantie gebruiken als handvat voor de inrichting van onze repository: overzicht van alle publikaties die doormedewerkers van ons instituut zijn geschreven. Maar het is een wat lastig programma. Daarnaast moet er managementinformatie uitkomen, dus aantallen publikaties e.d.
We beginnen met een plenaire lezing over bibliometrie door Thed van leeuwen van de CWTS.
CWTS is een onderdeel van de Universiteit Leiden, en ze doen daar onderzoek naar allerlei bibliometrische indicatoren.

6 okt 2008

Blogkermis is thematisch bloggen

Spraakverwarring over de blogkermis.
Omdat ik het de afgelopen drie weken na de vakantie zo razend druk heb gehad (flauw excuus) had ik niet zo goed gelezen waar het eigenlijk over ging. Ik las bij Wow!ter over een blogkermis en ik dacht aan mijn jaarlijkse kermisbezoek. Mijn partner is nl. dol op kermissen, echte dus met draai- en zweefmolens, botsautootjes en gokmachines. Om de lieve vrede in huis te bewaren ga ik een keer per jaar met hem mee, dit jaar waren we in Abcoude en heb ik in het reuzenrad gezeten (oude stijl).
PFFF ben altijd blij als het erop zit.
Wat werk betreft heb ik geen zin in een draaimolenvariant.

Maar inmiddels heb ik mijn naslag toch maar beter gelezen en ik begrijp nu dat het de bedoeling is om thematisch te bloggen, waarbij de samenvatting en de links naar de betreffende logs door een steeds wisselende host gedaan worden. Ruben Timmerman van Usarchy legt goed uit waar het over gaat. Bij hem is dat marketing, in onze gemeenschap gaat het over bibliotheek en informatie.
Lijkt me toch wel leuk. Als ieder zo zijn of haar eigen mening geeft over een actuele stelling. Wel denk ik dat het behoorlijk wat werk nog is om alles te verzamelen en te verwijzen.
Maar indien iemand zich opwerpt tot ‘carnival host’ en het een interessant thema is wil ik wel meedoen.
ik zag trouwens ook een aardige 'eco-blogkermis'.

4 okt 2008

Waarom bloggen

Als - weliswaar verlate, maar toch - reactie op de oproep van Wow!ter wil ik een klein stukje wijden aan het waarom van mijn bloggen.
Ik ben begonnen met bloggen toen ik voor X-ref Nederland werkte met het duidelijke doel voor ogen om een soort persoonlijke nieuwsbrief te maken voor de klanten. X-ref klanten konden zo lezen waar we mee bezig waren in de ontwikkeling van nieuwe versie en met klantbezoeken. Een duidelijk doel (nieuwsbrief) en een duidelijke doelgroep (klanten). De weblog is nog steeds in de lucht, hoewel ik hem officieel per 1 maart 2007 heb afgesloten.
Inmiddels volgde ik al een aantal andere webloggers, en wat ik interessant vind om te lezen is de persoonlijke gekleurde ervaringen en belevenissen van de bibliothecatis/informatiespecialist.Van alleen maar links en verwijzingen wordt ik niet veel wijzer, dus die lees ik niet, maar ik hoor graag waar collega's in de veranderende en dynamische wereld van de informatievoorziening mee bezig zijn en hoe ze dat ervaren. Dan is het een kleine stap om daar zelf op die manier aan mee te doen. Er gebeurd zoveel in ons vak dat het om bij te blijven bijna noodzakelijk is om weblogs te lezen.
Een tweede reden om een nieuwe weblog te beginnen was mijn ervaring dat ik door steeds kleine verslagjes te schrijven het onderwerp voor mezelf veel helderder krijg. Ik kan mijn indrukken beter verwerken en al schrijvende kom ik tot andere inzichten.
En dan uiteraard de bijeenkomsten: cursussen, conferenties, seminars. Je kunt onmogelijk overal naar toe gaan, dus ik lees graag verslagen van bijeenkomsten in weblogs, verse verslagen meteen tijdens of vlak na de bijeenkomst neergeschreven. Gedrukte verslagen in tijdschriften zijn wat mij betreft echt passe. En als ik zelf ergens naar toe ga, doe ik daar dan ook verslag van: vaak in korte twitters als aantekening gevolgd door een logje als verslag. Buitengewoon handig!
En tot slot is het een mooi archief over mijn eigen ontwikkeling en stappen, die ik in mijn werk zet.
Ik schrijf dus met een minder duidelijk doel, deels voor mezelf en deels voor anderen, met name collega's.
En kijk ik statistieken? Nee dat doe ik niet. Op aandringen van anderen heb ik wel een statistiekenteller op mijn weblog gezet, maar het laat me eerlijk gezegd koud of er nu 3 mensen mijn logs lezen of 300, of 3000. Wel vind ik het leuk af en toe van iemand, al dan niet als opgenomen commentaar, iets terug te horen.
En dat over een blogkermis, tsja ik hou niet zo van kermissen, is meer iets van mannen denk ik:)