Op vrijdag 11 oktober 2013 bracht ik samen met enkele andere leden van de Amsterdamse KNNV een bezoek aan het Nationaal Herbarium in Leiden. Dit bezoek was onderdeel van een introductie over zeewieren van dr. Herre Stegenga en dr. Willem Prud'homme van Reine.
Bij de lezing: Zeewieren komen met name voor op vast substraat, dus zijn ze voor Nederland vooral gebonden aan kunstmatige structuren. Door de Deltawerken zijn de omstandigheden gewijzigd en vooral in de Oosterschelde verbeterd. Dit laatste heeft te maken met het zo veel mogelijk weren van zoetwaterinflux. Het gevolg is het gestadig toenemen van het aantal soorten, sinds het verschijnen van een flora in 1983 bedraagt dit al zo’n vijftig soorten. Een belangrijk deel daarvan bestaat uit exoten, soorten die hier zonder bemoeienis van de mens niet zouden kunnen komen. Ze kunnen binnen enkele jaren zeer abundant (overvloedig) worden. De origine van veel soorten is het Verre Oosten (Japan, China, Korea) – deze specifieke voorkeur heeft waarschijnlijk te maken met vergelijkbare temperatuuromstandigheden (relatief hoge maxima en lage minima). Gevolg is dat vooral rond de laagwaterlijn de flora een exotisch uiterlijk krijgt. Dr. Herre Stegenga en Dr. Willem Prud’homme van Reine ontvangen ons en zullen een demonstratieve show geven met herbariumexemplaren van zeewieren uit de nationale collecties. Mogelijk kunnen ze ons ook belangrijke platenwerken op zeewierengebied uit de bibliotheek tonen
Het Nationaal Herbarium Nederland (NHN) is nu nog gevestigd in het Van Steenisgebouw, Einsteinweg 2 in Leiden, het gebouw van de afdeling Biologie van de Unversiteit Leiden. Het Nationaal Herbarium is ontstaan uit een fusie van de herbaria van Leiden, Utrecht en Wageningen in 1999. Vanaf 2009 zijn ze losgemaakt van de universiteit Leiden en ondergebracht bij Naturalis Biodiversity Center. Naturalis Biodiversity Center herbergt niet alleen het nationaal natuurmuseum, maar ook alle nationale biologische collecties.
Vanaf volgend jaar (2014) gaat er een grote gebouw- en verbouw- actie beginnen die uiteindelijk moet uitmonden in de oprichting van een 2e collectietoren van Naturalis en een verhuizing van alle medewerkers naar de NBC-gebouwen.
Willem Prud'homme van Reine, die de rondleiding leidde vertelde ons dat wij de laatste groep zijn die een rondleiding krijgt door het 'oude' herbarium.
Er zijn 4 grote collectiezalen.Sommige met verrolbare kasten en andere met vaste kasten, maar allemaal met eindeloze rijen met dozen. In de dozen zitten mappen met daarin de gedroogde specimen, tussen 'flap' bladen. Die planten die gevoelig zijn voor vraat van beestjes gaan 1x per jaar in de diepvries van -25 graden. Er zijn in het herbarium zo'n kleine 6 miljoen specimen aanwezig (incl. de Utrechtse houtspecimen en de Wageningse cultuurgewassen).
Men is nu bezig met een uitgebreide digitaliseringsslag. Daartoe gaan stapels dozen naar een digitaliseringsbedrijf. Er worden dan 20.000 specimen per dag gedigitaliseerd. Bij terugkomst gaan de dozen eerst in de vrieskist voor ze weer op hun plek teruggezet worden. De firma Picturae heeft 7 digistraten ingericht voor Naturalis en het doel is om zo'n 7 milj. objecten te digitaliseren, waarvan 4,5 milj herbarium bladen en 130k houtspecimen uit het herbarium. De Volkskrant wijdde er nog een artikel aan (lees op site Picturae) en ook in Wageningen wordt gedigitaliseerd, aldus een berichtje in Resource van 26 september 2013. De collectie omvat naast alle Nederlandse soorten ook een uitgebreide collectie planten uit Indonesie en Nieuw-Guinea, tropisch Africa en Antillen.
Het resultaat van de digitalisering is te zien in de database .
In het voorbeeld gezocht op Taraxacum officinale (paardenbloem).Niet alleen zijn er planten gedroogd bewaar ook zijn er een groot aantal bewaard in alcohol en/of formaline. Dat levert een hele zaal met potjes en - ontkleurde - bloemen op.
Dr. Herre Stegenga (schrijver van "Flora van de Nederlandse zeewieren", uitgave van KNNV uit 1983) toonde ons een aantal exotische soorten zeewieren, die nieuw zijn voor Nederland.
Een van de nieuwe soorten is de Wakame (Undaria pinnatifia), waarvan we ook een stukje snack met zeewiersalade uit de schappen van Albert Heijn konden proeven. De meeste zeewieren kun je eten, behalve een soort als de Desmarestia viridis, die zoveel zuur heeft dat hij alles in zijn buurt verbrokkelt.
Heel mooi, en makkelijk te onthouden is de Turuturu (Grateloupia turuturu Yamada) een prachtige grote roodwier.
Ter afsluiting brachten we een bezoekje aan de NHN-bibliotheek, qua catalogus al wel geintegreerd met de Naturalis-bibliotheek, maar nog wel apart gehuisvest en met een eigen kamer met speciale, oude, handgetekende en ingekleurde boeken. We keken naar enkele zeldzame exemplaren van boeken over algen.