17 mei 2010

Bronvermelding


De Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de Gemeente Amsterdam medlt het volgende nieuws:

Amsterdammer loopt of fietst naar werk
7 mei 2010
-
Communicatie
Bijna de helft van de Amsterdammers (48%) gaat per fiets of lopend naar werk of studie. Dat is het hoogste percentage van 75 onderzochte EU-steden.

Het onderzoek werd eind vorig jaar gedaan door de Europese Commissie. Uit dit onderzoek blijkt ook dat Amsterdammers, samen met Rotterdammers, het meest optimistisch zijn over het vinden van een goede baan. Aan het onderzoek deden 500 mensen per stad mee.


Als Bron geven ze, met link, op AT5 , de locale nieuwszender, die op zijn beurt weer verwijst naar De Telegraaf (zonder link):


donderdag 06 mei 2010 08:22
Amsterdammer loopt of fietst naar werk

Bijna de helft van de Amsterdammers (48 procent) gaat per fiets of lopend naar het werk of de studie. Dat is het hoogste percentage van 75 onderzochte EU-steden. Dat meldt De Telegraaf.


In de Telegraaf is het betreffende artikel niet terug te vinden. Niet gemakkelijk althans, want mij is het niet gelukt.

Waar het mij om gaat is dat er geen enkele verwijzing wordt gegeven naar de bron van dit bericht, nl het onderzoek van de Europese Commissie naar de beleving van de kwaliteit van leven in de EU-steden: de stadsaudit (urban audit).

Er zou toch in ieder geval een bronvermelding moeten zijn bij de berichten, en als je dan een andere nieuwsbron citeert, check dan of en waar je het origineel kan vinden. Zo wordt het wel heel erg elkaar napraten. En m.i. bestaat goede journalistiek ook uit het natrekken van de verkregen informatie, en in geval van dit bericht kom je dan - na wat zoeken - op het rapport van de EC.

Het rapport "Enquete over de levenskwaliteit in 75 Europese steden" is te vinden op de EC site.

3 mei 2010

Emtacl10 Nabeschouwing

emtacl10:emerging technologies in academic libraries

Van 26 tot en met 28 april werd in het Noorse Trondheim de bijeenkomst gehouden in het Rica Nidelven Hotel aan de haven en georganiseerd door de NTNU (Universiteit van Trondheim)

Het was goed verzorgd, volop elektriciteit en gratis draadloos internet, onbeperkt koffie en water en allerlei lekkernijen. De lunches waren onovertroffen en datzelfde geldt voor de receptie met champagne en hapjes op maandagavond en het diner op dinsdagavond.


Als afsluiter heb ik op woensdagmiddag, samen met collega’s een bezoek gebracht aan een van de bibliotheken van de NTNU, in het oude (dit jaar 100-jarig bestaan) universiteitsgebouw. Het was de originele bibliotheek voor technische wetenschappen , slechts 2 jaar na oprichting van de universiteit ontstaan en nog steeds, hoewel verbouwd, gevestigd op dezelfde plek. NTNU was oorspronkelijk een technische universiteit, maar is later met andere instituten gefuseerd tot een algemene.
De inrichting is een beetje klassiek gehouden met veel hout en licht. Er hangt een prettige sfeer en is gevarieerd ingericht met verschillende zitjes , studieruimten en computerplekken. Na introductie van e-journals en e-boeken liep aanvankelijk het gebruik terug. Sinds de herinrichting een paar jaar geleden, waarbij veel aandacht is geschonken aan het creeren van een goede werksfeer is het bezoek weer gestegen.

Het congres zelf was ingedeeld in een aantal hoofdtracks, de eerste drie heb ik gevolgd:

- Supporting Research
- Semantic Web
- Practical web 2.0
- Social Networks and Mashups
- Mobile Technologies
- New literacies
- Technologies

Het geheel was tamelijk vol gepland, met aan het begin van de dag twee plenaire keynote- presentaties van 45 minuten en daarna twee gescheiden tracks, waarbij presentaties werden gehouden van 20 minuten, afgewisseld met 10 minuten productpresentaties. En dan op dag 2 in de middag nog met bliksempraatjes van 5 minuten.
Er is veel gezegd, ik heb veel gehoord, maar ook het nodige gemist. Mobiele technieken heb ik overgeslagen omdat we er een aantal jaren geleden al een CWIS bijneekomst over hebben gehad en ik inmiddels weet dat onze Refshare catalogus ook mobiel kan (Refmobile). Maar heb je behoefte om je catalogus mobiel te bevragen? Van de Ebsco-productman hoorde ik dat onze database Artic and Antartic Regions, die wij van Ebscohost betrekken ook mobiel kan, dat moet ik nog uitproberen. De track Sociale Netwerken heb ik gemist, maar in de wandelgangen werd daar druk over gesproken. De presentatie van de medewerkers van de Karlsruhe Institut für Technologie ga ik nog opvragen. Naar aanleiding van mijn eigen bliksempraatje kwam ik in gesprek met de heren en dat wekte toch wel mijn interesse. Prof. Andreas Geyer-Schulz doet onderzoek naar het effect van sociale netwerken en hij liet me een nog niet gepubliceerd artikel zien. Interessant.

De New Literacies heb ik overgeslagen, want het hele 23 dingen verhaal ken ik ondertussen wel, en studente Ida Aalen gaf in haar keynote op de laatste dag een mooi staaltje mediawijsheid ten beste.

Van wat ik gevolgd heb, maakte de track rondom het semantisch web, met veel linked data experimenten, de grootste indruk op me. Wat ik begrijp is dat er overal ter wereld bibliotheken bezig zijn te proberen greep te krijgen op linked data en daarmee experimenteren. Terecht merkte Patrick Danowski op dat je als bibliotheek niet veel kunt doen aan de publicatie van full text, maar je kunt wel je catalogus verrijken met koppeling aan externe bronnen.

Ook de voorbeelden van wat diverse mensen aan experimenten en praktische web 2.0 toepassingen doen (met name Guus van den Brekel is daar in Nederland erg actief in) geeft wel een aantal suggesties. De stelling van Guus dat bibliotheken een leidende rol hebben bij het uitleggen van web 2.0 toepassingen wordt niet alom gedeeld. Sowieso kwam telkens weer de vraag naar boven: ‘maar wat is daarbij de rol van de bibliotheek’. Duidelijk is dat je als bibliotheek zelf actie moet ondernemen, dicht bij je eigen stiel moet blijven en in gesprek gaan met je gebruikers en kijken naar wat zij nodig hebben.

Als nasleep van dit congres heb ik nog heel wat na te kijken en te overdenken. Alleen daarom al is het een geslaagd congres geweest. Het heeft me ideeën opgeleverd en in sommige gevallen (linked data) een beter begrip over de materie. En het is altijd nuttig om te horen waar anderen mee bezig zijn.

Het was een gezellig congres, 200 deelnemers is juist een mooi aantal om het niet massaal, maar toch gemêleerd te laten zijn.

2 mei 2010

Emtacl10 Praktisch Web 2.0

emtacl10:emerging technologies in academic libraries
Virtual research networks: towards Research 2.0 / Guus van den Brekel (Central Medical Library, UMCG)
Guus van den Brekel opent vandaag met zijn motivatie om iets te doen aan de kloof tussen de gebruikersomgeving en de bibliotheek. De gebruikersomgeving verschilt heel veel van de bibliotheekomgeving. Daarom ook spoort Guus bibliotheken aan zich met de gebruikersomgeving te bemoeien . Zelf heeft hij voor de gebruikers van de Medische bibliotheek van de Universiteit Groningen een werkbalk ontwikkeld, op maat gemaakte zoekwidgets gemaakt en een complete bibliotheek-gereedschappenkist in de vorm van een Netvibes universe. Als je voor je gebruikers iets wilt ontwikkelen dan moet je zorgen voor voldoende diversiteit, aanbieden in diverse formaten en platformonafhankelijk, het moet tijdbesparen en te personaliseren zijn.
De tweede kloof die hij beschrijft is die van de workflow, zoals die gezien wordt door de gebruiker en door de bibliotheek, De bibliotheek moet naar de gebruikers toegaan, i.c. naar de Research Networks.
[Geozon heeft een kaart gemaakt van alle sociale netwerken van onderzoekers ]
Wat zoeken onderzoekers op het werk: om hun werk te vergemakkelijken om efficienter te werken, communicatie en samenwerking en verspreiding van ideeen. Hij beschrijft een aantal web 2.0 tools voor onderzoekers. Er zijn algemene tools (Google docs, Netvibes, Delicious), maar ook commercieele aanbieders (ToCollab, Connotea).
Wat verandert er met Research 2.0? Er worden makkelijker communities gevormd buiten de bestaand organisaties, resources zijn rijker en creatiever en je kunt sneller en breder werken.
Als bibliotheek heb je een leidende rol om web 2.0 uit te leggen, zegt Guus. Hoe kunnen sociale netwerken onderzoek ondersteunen. Bibliotheken zijn niet genoeg betrokken, onderzoekers verdienen meer aandacht. Gedrag van onderzoekers is nu al aan het veranderen: meer communicity building dan technologisch, een sociaal gebeuren
Bibkliotheken moeten zichtbaar zijn en lokaal ondersteuning bieden, met VRE kun je bibliotheekresources een rol laten spelen en ook de digitale output van het eigen instituut presenteren.
Mooie ontwikkeling zijn de VRE virtual research envirionment: pogingen om een geintegreerde workflow te bieden, zie bijv. het recente rapport van JISC VRE programma Landscape study.
Guus eindigt met: "Build networks together, engange, facilitate, stimulate"
Boek aanrader Supporting Research Students / Barbara Allen
Presentatie van Guus
*

I've got Google, why do I need you? A student's expectations of academic libraries Ida Aalen (NTNU)
Student mediacommunicatiuon & ict, maar zij is de enige in de klas die een laptop gebruikt voor aantekeningen. Studie is meer dan lezen, soms is het moeilijk om aan informatie te komen.
Ida leent boeken bij bibliotheek, maakt aantekeningen en citaten in Google Docs en Evernote, repeteert met quizlet en om gefocust te blijven en afleiding uit te schakelen heeft ze rescuetime geinstalleerd.
Voor het zoeken gebruikt ze alleen nog maar Google Scholar.
haar werkmethode noemt ze een hack, een work-around: internet is nog in het stenen tijdperk Ze heeft niets met gadgets, maar wil de software gebruiken als die intuitief en zonder uitleg gebruikt kan . Niets geconstrueerd. Als programma’s je ongemakkelijk doen voelen, dan werkt het ook niet.
Computer literacy is dwangmatig op een andere manier forceren te denken dan natuurlijke, intuitief
Met een paar rake uitspraken maakt ze iedereen wakker:
‘Screentime does not make your competent’.
‘Focus on goal rather than on task’

Boek: About face 3.0 Cooper, Reimann en Cronin

Presentatie van Ida

*
Scientific output on Erasmus MC website and the use of XML: An easy way to manage and standardise the presentation of department’s journal articles Wichor Bramer (Erasmus Medical Centre Library)
Wichor mag de conferentie uitleiden met zijn verhaal over hoe hij, niet perfect maar wel praktisch, de publikatielijsten voor de onderzoekers dynamisch en netjes kan opmaken.
Zoekfunctie vanuit Scopus, omdat die een author ID hebben, het resultaat invoeren in Endnote. Wichor heeft een speciale XML outputstyle gemaakt, omdat dat flexibeler is dan de 'gewone'XML-uitvoer uit Endnote. XML file uploaden naar de website, in XLST opmaak. Ook mogelijk lijsten op onderwerp te maken. In toekomst probeert hij vanuit een database werken.

Emtacl10 Bliksempraatje


emtacl10:emerging technologies in academic libraries
Vooraf overwoog ik een presentatie te maken voor Emtacl, maar omdat ik het te druk had met andere zaken kwam het er niet van. Daarom viel de aankondiging om in te tekenen voor een bliksempraatje wel goed. Een kleine presentatie, die strikt maar 5 minuten mag duren.
Ik besloot om een korte presentatie te maken over het proces van data-management. Omdat het structureren en archiveren van onderzoeksdata voor ons op dit moment zo'n belangrijk punt is.
Proces of Research Data Management at NIOO-KNAW



Belangrijkste punten uit die presentatie:
- onderscheid tussen data-discovery (zoekbaar maken van je data door metadata te publiceren) en daadwerkelijk archiveren, al dan niet openbaar toegankelijk
- na archiveren kun je kiezen voor open access of beperkte toegang
- het is noodzakelijk om mensen te stimuleren en te motiveren
- technologie is faciliterend, niet voorschrijvend: flexibele standaardisering en gebruikersvriendelijke interface.

Door mijn enthousiaste oproep aan het begin van de dag (na de keynote van Clark), besloot ook Sofia Arvidsson van de Digital Services, Gothenburg University Library ene presentatie te geven over hun data-opslag project.
Research Data in Humanities and Arts sciences - Open Access?
Erg aardig, jammer dat het maar een project is en dus nog niet verzekerd van voortgang.
*
Het concept van bliksempraatjes vind ik erg goed. Je hoeft niet zo veel tijd in voorbereiding te steken en kunt toch iets laten zien over waar je mee bezig bent.
Ze hadden het wel iets beter kunnen aankondigen, maar omdat het in de loop van een track (linkd data / semantisch web) werd gehouden was er toch voldoende belangstelling.
Ook na mijn praatje had ik over belangstelling niet te klagen: ik heb nog nooit zoveel visitiekaartjes uitgedeeld. En uiteraard ook met andere deelnemers gesproken over data-archivering.

met dank aan Linepusle voor de foto

1 mei 2010

Emtacl10 Semantic Web Track

emtacl10:emerging technologies in academic libraries
Na de inspirerende presentatie van Anders Söderbäck (Libris) over het gebruik van Linked data bij Libris, werd deze track vervolgt met een korte presentatie van het nationale Noorse bibliotheeksysteem Bibsys.
BIBSYS Ask - the architecture (BIBSYS) Hans Gundersen
Hans beschrijft de ontwikkelingen rondom de federated search client van Bibsys: Bibsys Ask.
Die is ontworpen volgens het ‘Domain model’. Volgens Wikipedia is een domain model

The domain model is created in order to document the key concepts, and the domain-vocabulary of the system being modeled. The model identifies the relationships among all major entities within the system, and usually identifies their important methods and attributes
Dus ook een beetje het linked data model. Hans noemt verder nog de webservices API, die m.b.v. JSON zijn gemaakt.
JSON staat voor JavaScript Object Notation en is een deelverzameling van de programmeertaal JavaScript. Het wordt gebruikt voor het uitwisselen van datastructuren, met name in webapplicaties die asynchroon gegevens ophalen van de webserver zoals AJAX.
Als ik zo de Bibsys website bekijk is het best indrukwekkend wat ze allemaal doen. In de wandelgangen wordst druk gespeculeerd over het vervolg. Want Bibsys heeft namelijk een aanbesteding uitgeschreven voor een nieuw bibliotheeksysteem. Niet voor niets de aanwezigheid van OCLC als deelnemer. Op de website schrijven ze dat ze nu de uiteindelijke onderhandelingen ingaan. Spannend!

*
Terug naar de semantisch web track op de Emtacl10.
Towards the semantic desktop / Øyvind Hanssen (University of Tromsø)
Het semantisch web gaat over de manier waarop machines het web begrijpen / lezen. Dat kan met RDF (Resource Description Framework) in triples (subject, predicate, object).

Hoe kun je nu desktop resources als semantic web resources gebruiken: bestanden op je desktop (email, fotos, pdfs, webpagina’s) Hoe kun je dat interlinken? Bijv. via persoon, die een workshop heeft bijgewoond naar een paper en email.
De basis daarvan is een RDF repository, een soort database waarvoor je query kunt maken en die als inference engine kan dienen. Aanvullen met plugins en andere applicaties, adapters om bestaande bestanden te gebruiken en ev. ook handmatige annotatie (tagging), en een crawler die bestanden opzoekt. Een onderdeel kan ook zijn die van automatische metainformatie capture, en het beheer van de ontologie. De ontlogie staat centraal bij metadata management . Dat onderhouden zou een rol vna de bibliotheken kunnen zijn. Dit is alles nog slechts theorie. Actieve semantische desktops zijn er nog niet, wel als prototype met KDE. Bijvoorbeeld Nepomuk.

Practical production of linked data / Rurik Greenall (NTNU)
Rurik vertelt over het proces om de TEKORD thesaurus om te zetten in linked data. Daarvoor moest hij op zoek naar een converter-programma die vanuit zijn tekst naar een RDF/XML converter kon vertalen. Bij problemen heeft hij de vraag en antwoord site Semantic Overflow (voor vragen over semantisch web) geraadpleegd.

The strongest link: libraries and the web of linked data / Lisa Goddard and Gillian Byrne(Memorial University of Newfoundland)Ook de Canadese dames van de Universiteit van Newfoundland die na de lunch aan het woord kwamen spraken over RDF-conversies. Zij gaven ook een flink aantal programma’s die al een RDF-uitvoer in zich hebben, zoals Drupal. Fedora , Dspace en Eprints (eerste is CMS, laatsten worden gebruikt als repository software).
- Wijzelf hebben Eprints in de repository, daarmee zou je dus al naar RDF kunnen gaan. Dat moet ik eens nagaan, ook hoe dat zit met ons dataportaal. -
Waarom zou je willen overstappen naar linked data? Omdat je daarmee slimmer kunt linken, je kunt data integreren, vocabulaires koppelen en termen met meerdere betekenissen doorverwijzen. [De Engelse term disambiguation heeft in de Nederlandse Wikipedia ‘doorverwijspagina’als lemma).

Je kunt zowel relatie’s opvoeren en ernaar verwijzen als je eigen gegevens verrijken met inhoud uit externe bronnen.
Omdat bibliotheken al gewens zijn met metadata, en m.n. ook dublin core indeling te werken is er vanuit die groep een intitieatief om de overstap naar RDF te bestuderen de DCMI/RDA Taskgroup
Ze halen Eric Miller aan over de rol van de bibliotheek: de bibliotheken moeten de kracht van hun collecties gebruiken, Linked data betekent ‘the rise of the cataloguer’, er moet immers veel van metadata voorzien woden, er moet meer gethesaureerd worden en gewebificeerd. Bibliotheken moeten van elkaar leren en doorzetten. [Ik meen dat E. Miller sprak op de ALA conferentie: From Legacy Data to Linked Data: Preparing Libraries for Web 3.0.]
Een enthousiaste presentatie, maar ook alleen theorie. Ik hoorda aan de lunch van hen dat ze het zelf nog niet toepassen.

Modelling /Base Bibliotek/ as linked data / Kim Tallerås (Oslo University College)
Om met een pilot project linked data te testen hebben ze een dataset geleend van Nationale Bbibliotheek, een adreslijst van andere bibliotheken mb voor Ibl.
Deze hebben ze omgezet naar RDF (RDFization), er is een onotologie ontwikkeld een XSLT stylesheet ontworpen, vanuit Triple store, naar SPARQL testing , en hermodelleren.
Boek: How to publish linked data on the web
Kim meldde dat hij als amateurs sprak tot andere soortgenoten bedoeld dus voor ‘wandering amateurs” een collega twitteraar hoorde : “wondering amateurs”. Ach zijn wij niet beide...
Where are the killer apps? Niet gevonden (viel toch tegen dat omzetten van een adressenlijstje in een semantisch web format).

Als staart aan deze lange linked data / semantisch web-dag een tussenstap:
Open the silos – free the data: why an API is not enough / Patrick Danowski (CERN)
Bibliotheek catalogi zijn nu een gesloten silo zonder api mogelijkheid
Een api kan informatie toevoegen bij Library Thing, Google Books, Mashups
API kan geen datasets linken, en je kunt toegevoegde info ook niet indexeren, geen standaardformat, geen full text, geen browsing. Je kunt wel alle info via API downloaden, maar dat is niet de bedoeling, API is er niet voor gemaakt. Ook spelen er licentieproblemen bij Api’s
CERN Open bibliographic data project in Marc/XML, public domain license
Danowski’s advies : het gaat niet over full text, maar dat kan vanuit de bibliotheekpositieook niet, blijf dicht bij jezelf, wat kun je zelf doen om open access geschikt te maken.

Talis Aspire: Next Generation Resource List Management /Mark Bush (Talis)
Talis heeft het semantisch library-platform waarin alles samenkomt als project en zij geven een tijdschrift uit genaamd 'nodalities' over semantisch web.
Die Resource List Management tool zei me verder niks, maar een collegan leek het wel aardig om in Blackboard te hangen?)

Via Ronald vanuit Tweet kreeg ik nog de link van de TED presentatie van Tim Berners Lee over linkes data.

Overall conclusie: er is veel gaande op het gebied van linked data, RDF, concept web en semantisch web. Er worden kleine projecten uitgevoerd. De doorbraak killer applicatie is nog niet gevonden. Het kost toch wel behoorlijk wat moeite om over te schakelen, maar het enthousiamse is er niet minder om. Daar gaan we in de toekomst zeker meer over horen.