Voor de tweede keer dit jaar reis ik af naar Oostende ter begeleiding van de workshop Training Management of Scientific Data, bedoeld voor promovendi van ons instituut. De noodzaak tot gestructureerd werken en een goed gedocumenteerde manier van het opslaan en omgaan met datasets wordt steeds belangrijker. Nu al vragen sommige uitgevers om , samen met het indienen van een wetenschappelijk artikel, inzage van de bijbehorende dataset. Maar ook voor het instituut zelf is het van belang dat onderzoekers hun data goed gedocumenteerd opslaan.
Vandaar de inrichting van een NIOO-data-portaal en deze workshop. In principie is dit een ‘inhaal’ workshop. Straks hopen we alle nieuwe promovendi al aan het begin van hun onderzoekstraject de kennis en vaardigheden uit deze cursus mee te geven.
Waar gaat het om? Kernbegrippen zijn: metadata en zorgvuldigheid.
Zorgen dat je altijd alle basisgegevens, eenheden, instrumenten e.a. parameters helder beschreven hebt, zodat de bestanden uiteindelijk geen zoekplaatje worden. Maak een geordende spreadsheet, of nog beter een goed gestructureerde – relationele – databank.
Naast presentaties over het belang van metadata, repositories en archiveren, doen we oefeningen met MS Access en met het MDA, het Marine Data Archive. MDA is een product van het VLIZ, en het NIOO-data-portaal is opgezet in een MDA-omgeving.
Naar aanleiding van de evaluatie van de 1e workshop zijn er wat aanpassingen gedaan, zodat het geheel iets dynamische wordt. Wel vraag ik me af of de keerzijde van zorgvuldigheid noodzakelijkerwijs ook saaiheid is:)
De groep, hoewel eveneens bestaand uit een internationaal gezelschap jongeren (twintigers) reageert heel anders dan de juli-groep. Wonderlijk toch hoe dat telkens weer anders is.
Straks thuis rustig evalueren en bedenken hoe we volgend jaar hiermee verder gaan, maar dat we een stap vooruit zijn gekomen is zonder meer een feit.
Weblog over mijn werk als informatiespecialist bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW).
20 nov 2008
2e Workshop Management of Scientific Data
6 nov 2008
Druk is dood
Het boek dat als leidraad had kunnen dienen bij de Academische boekconferentie is het boek “Print is dead: books in our digital age” van Jeff Gomez! Deze man heeft visie en beschrijft in een goed gedocumenteerd en prettig leesbaar verhaal de positie van het boek.
Het BOEK als idee en het boek als papier tussen 2 kaften.
Ideeën laten zich niet temmen in een bepaald format. Een idee wil naar buiten en gelezen, gehoord en besproken worden. En of dat in de vorm van gedrukt papier is of op een beeldscherm, op een iPod of PDA of via een bandrecorder of TV, dat maakt niets uit.
Het leven van vandaag, in de eenentwintigste is grotendeels een digitaal leven. Zeker de jongere generatie heeft geen weet meer van een wereld zonder computer en zonder Internet. Hun wereld is enkel nog digitaal. [Ikzelf als ‘oude garde’ lees nog gewoon de gedrukte krant ’s ochtends bij mijn ontbijt]. Nieuws, verhalen, school- en studieteksten alles gaat op en via de computer.
Gomez beschrijft de jongere generatie als ‘generatie download’ ( opgegroeid met Napster en andere muziek downloads) en de nog jongere als ‘generatie upload’ (deelnemen in sociale netwerken, uitwisselen van tekst, foto, video etc.). Deze kinderen zijn ‘totally wired’, zijn gewend om informatie en ontspanning in kleine stukjes en brokjes tot zich te nemen, lijden aan een soort van “acquired attention deficit disorder” en hebben altijd en overal elektronische gadgets bij zich. Zij leven in een wereld van ‘delivery on demand’: niks naar Amazon.com gaan, een boek bestellen en dan 1 week wachten tot het komt. Als ze al willen lezen willen ze het nu en onmiddellijk en in stukjes. Geen grote lineaire verhalen meer en liefst multimediaal. Een boek, met een begin, midden en eind past niet in die wereld. Een boek dat gedrukt is op papier kan ook niet zomaar in een andere vorm gegoten worden, zodat het met een ander apparaat gebruikt kan worden (e-bookreaders, computer, iPod).
Gomez weet de oorspronkelijke mislukking van het e-book in de jaren negentig, of eigenlijk de uitblijvende doorbraak ervan, aan het te dicht willen blijven zitten op het oorspronkelijke vorm van het gedrukte boek. Het had in die zin geen toegevoegde waarde, niemand zat erop te wachten.
Mooi is zijn vergelijking met Fahrenheit 451 van Bradbury over boekverbrandingen: boeken werden niet verbrand om wat erin stond, maar omdat het niemand iets kon schelen. Het boek was allang uit de belangstelling verdwenen.
Het boek als statisch object heeft geen nieuwe markt, pas als je optimaal gebruik gaat maken van de nieuwe mogelijkheden van linken, modulair lezen, digitaal, kopieerbaar formaat, multimediaal en community-vormend dan komt er een nieuwe dimensie bij en gaat het e-book de wereld veroveren.
Niet alleen lezen is aanpassen, ook schrijven is dat. De lezer doet mee met de schrijver in weblogs en sociale netwerksites rondom een boek. En schrijvers die zich daar niet aan kunnen en willen aanpassen worden uiteindelijk vergeten. “New writers will have to embrace not only new techniques of online promotion and participation, but will also have to embrace the new literary forms which digital reading and delivery make possible.”
Het gedrukte boek blijft wel bestaan vlg. Gomez, maar uiteindelijk meer als een vorm van kunst, dan als een informatiemedium. Kijk naar kaarsen zegt hij, die dienen niet meer voor verlichting, maar voor sfeer.
Een inspirerend boek!
En ik geloof ook dat hij gelijk heeft. Je ziet steeds meer dat boeken een begeleidende website hebben, dat auteurs in Hyves/My Space /website-, maar ook real-life-omgevingen discussierondes organiseren. En inderdaad, mijn allergrootste probleem met de e-bookreaders was juist dat het formaat nog teveel gericht is op de aloude vorm van het boek/pdf, en niet als een dynamisch interlinked geheel word (kan worden) gepresenteerd.
Gomez heeft een website rondom zijn boek en een weblog. Blijf ik zeker volgen, nu eerst naar Bradbury's boek.
Print is dead: books in our digital age / Jeff Gomez. Macmillan, 2008. ISBN 9780230527164.