31 mei 2011

Toekomst academische bibliotheek

Waar zijn we over 5 jaar?
Al sinds het begin van de automatisering – digitalisering van de informatie in het algemeen wordt er gesproken over het voortbestaan van de bibliotheek en de bibliothecaris. Van de opleidingen mocht het beroep niet meer met ‘bibliotheek’worden aangeduid en er volgde allerlei varianten met het woord ‘informatie’ in de titel. Een beetje lastig is dat wel, want je kunt niet meer makkelijk zien in welke categorie iets of iemand valt. Het woord ‘informatie’wordt ook breeduit gebruikt in de automatisering en in bedrijfskundige administratie.
Enfin zelf heb ik ook wel eens een scriptie(tje) geschreven over “de veranderende rol van de bibliothecaris”. Is nog steeds online te vinden en ik sta er ook nog wel achter.
Het basisidee is dat de kern van de bibliotheek en zijn functionaris, niet is dat het een ‘bewaarplaats van boeken is, maar een toegangspoort tot allerlei vormen van gedigitaliseerde informatie. Zoals in een artikel in Chronicle : “Libraries never were warehouses of books. While continuing to provide books in the future, they will function as nerve centers for communicating digitized information at the neighborhood level as well as on college campuses.”
Waar de een, zoals Mackenzie Owen in IP het verwoordt, de overbodigheid van de bibliotheek ziet, ziet de ander de bibliotheek juist groeien. Niet alleen in het fungeren als ‘learning space’(zie ‘de UB als learning space”van G.Lutgens en G.Goris etc) maar ook met de nadruk op speciale informatiediensten. Te denken valt dan aan training in informatievaardigheden en eigenlijk een geheel scale aan ondersteuning in academische vaardigheden. Ook bijv. de support bij het managen van research data hoort daarbij, alsmede het verhogen van het bewustzijn van het belang van informatie en data bij de onderzoekers.
Waar soms ICT-afdelingen en bibliotheken fuseren danwel samenwerken op basis van hun samenkomst op het gebied van software/automatisering, daar spreekt Sue McKnight “Adding value to larning and teaching’ liever over het vormen van organisatorische ‘academic services hub’ een club mensen die de leerervaringen van studenten kunnen transformeren. Ze heeft het dan over testomgevingen in VLE (Virtual learning environments, het toevoegen van content aan nieuwe technologieen.
Het toevoegen van 2.0 diensten behoort ook tot de bibliotheekontwikkeling, speciaal gericht op de digitale, mobiele gebruiker en het vinden van nieuwe wegen om die gebruiker te bereiken
J. Neal en D.Jaggars schrijven het als volgt: “If academic libraries hope to support current and evolving informatonseeking behaviours, they must íntegrate in their users’ network-based workflows by exposing as much content as possible to search engines, making it discoverable where users are most likely to be working.”(Web 2.0).
De rol van de bibliotheek bij het wetenschappelijk publicatieproces wordt groter met de grotere nadruk op open access en grotere toegankelijkheid van informative. Zeker indien het verbonden is met abonnementsprijzen en kosten. Nu al is het gebruikelijk dat de bibliotheek informatie geeft over Open Access publiceren, en het beheer van repositories met daarin het depot van de eigen publicaties. Langzamerhand wordt dit uitgebreid met het depot van data en het managen van research data. Martin Lewis omschrijft in :” The Management of research data” een aantal eisen / activiteiten , zoals adviseren en trainen van onderzoekers op gebied van omgaan met data.
Al deze aangehaalde auteurs hebben een hoofdstuk geschreven in het document ‘ Envisioning future academic library services’ ed by S.McKnight Facetpublishing, 2010
Ook de ARL (Aacademic Research Libraries( en de ALA (American Library Association) hebben documenten gepubliceerd met toekomstvisies, soms zelfs hele scenario’s. De meeste komen min of meer op hetzelfde neer.
De taken en behoeften blijven wel bestaan, meer dan ooit is toegankelijk maken van informatie gevraagd, moeten informatievaardigheden ontwikkeld worden en onderzoekers begeleid en ondersteund. Maar zoals Mckenzie Owen opmerkt, of dat nu in een bibliotheek moet? Ja dat is de vraag, enerzijds wat is er specifiek bibliotheeks aan een high tech project- en samenwerkingsruimte?
Bij veel bibliotheken zie je ook een zijtak als het ondersteunen van het onderzoeksregistratiesysteem (METIS) en bibliometrische diensten. Het is logisch dat zich dat in de afdeling bibliotheek ontwikkelt omdat de bibliotheek al in ondersteuning doet, hetom informatie gaat en raakvlakken heeft met ICT. Maar het hoeft niet en niet voor iedereen is die link meteen gelegd.
In de praktijk is het grote voordeel om als onderzoeksondersteuner in de bibliotheek te werken dat er een ‘ neutrale’ ruimte is. Dat maakt het makkelijker, laagdrempeliger voor de ondersteuning. Maar die fysieke ruimte, met name het boeken-bewaarplaats gedeelte boet wel in aan belang, wat dan nog blijft is een soort van high tech lab, waar je gadgets en tools kunt testen. Ook leuk, interessant en nuttig, maar de raakvlakken met een bibliotheek zijn dan wel erg theoretisch geworden.
De grote universiteitsbibliotheken zullen hun collecties gaan samenvoegen en – zoals ook alle andere informatie op internet als gezamenlijk bezit presenteren. Zoals Lukas Koster en Rosemie Callewaert schrijven “To summarise: the new digital and networked nature of collections of information leads to a focus on new information services, supported by library staff with information and technology skills, in new organisational structures and in cooperation with other organisations.”

Collecties zijn voor kleine academische bibliotheken, zoals de NIOO bibliotheek dan overbodig, zeker als alle wetenschappelijke literatuur open access digitaal toegankelijk is.
Jammer vind ik het wel, maar ik denk toch dat langzamerhand de bibliotheek verdwijnt en daarvoor in de plaats een afdeling Research Information Support komt, hopenlijk met inderdaad een soort ‘ knowledge experience’ center om gagdets, games en tools te testen en te introduceren. Zeker ook met taken op het gebied van de informatie- en academische vaardighedentraining, publicatiebeleid en open access, onderzoeksregistratie en data-archivering. Ook het bijhouden vna portals en ingangen is een mooie taak om toegang voor de eigen groep te stroomlijnen. Onderwerpen genoeg en die blijven heus wel.

Referenties:
McKnight, Sue ( editor) Envisioning Future Academic Library Services: Initiatives, ideas and challenges . Facetpublishing., 2010. ISBN: 978-1-85604-691-6

Staley, David J. and Malenfant, Kara L. (eds.) Futures Thinking for Academic Librarians : Higher Education in 2025. ACLR (Association of College & Research Libraries), 2010.

Mackenzie Owen, John. De Nederlandse Bibliotheek voor het onderwijs: toekomst Hogeschool- en Universiteitsbibliotheek. in: Informatieprofessional (2011) nr 4 p. 18-21.

Lutgens, G. en G. Goris. De UB als Learning Space. In: Informatieprofessional (2010) nr. 11/12.

Koster,Lukas en Rosemie Callewaert. Dicovering The Library Collections: library traditions in the light of the web and its users.


Toegevoegd 7-6-2011:
Verslag van het symposium "Future of Academic Library May 16.17 2011" in Library Journal

Geen opmerkingen: