3 mei 2010

Emtacl10 Nabeschouwing

emtacl10:emerging technologies in academic libraries

Van 26 tot en met 28 april werd in het Noorse Trondheim de bijeenkomst gehouden in het Rica Nidelven Hotel aan de haven en georganiseerd door de NTNU (Universiteit van Trondheim)

Het was goed verzorgd, volop elektriciteit en gratis draadloos internet, onbeperkt koffie en water en allerlei lekkernijen. De lunches waren onovertroffen en datzelfde geldt voor de receptie met champagne en hapjes op maandagavond en het diner op dinsdagavond.


Als afsluiter heb ik op woensdagmiddag, samen met collega’s een bezoek gebracht aan een van de bibliotheken van de NTNU, in het oude (dit jaar 100-jarig bestaan) universiteitsgebouw. Het was de originele bibliotheek voor technische wetenschappen , slechts 2 jaar na oprichting van de universiteit ontstaan en nog steeds, hoewel verbouwd, gevestigd op dezelfde plek. NTNU was oorspronkelijk een technische universiteit, maar is later met andere instituten gefuseerd tot een algemene.
De inrichting is een beetje klassiek gehouden met veel hout en licht. Er hangt een prettige sfeer en is gevarieerd ingericht met verschillende zitjes , studieruimten en computerplekken. Na introductie van e-journals en e-boeken liep aanvankelijk het gebruik terug. Sinds de herinrichting een paar jaar geleden, waarbij veel aandacht is geschonken aan het creeren van een goede werksfeer is het bezoek weer gestegen.

Het congres zelf was ingedeeld in een aantal hoofdtracks, de eerste drie heb ik gevolgd:

- Supporting Research
- Semantic Web
- Practical web 2.0
- Social Networks and Mashups
- Mobile Technologies
- New literacies
- Technologies

Het geheel was tamelijk vol gepland, met aan het begin van de dag twee plenaire keynote- presentaties van 45 minuten en daarna twee gescheiden tracks, waarbij presentaties werden gehouden van 20 minuten, afgewisseld met 10 minuten productpresentaties. En dan op dag 2 in de middag nog met bliksempraatjes van 5 minuten.
Er is veel gezegd, ik heb veel gehoord, maar ook het nodige gemist. Mobiele technieken heb ik overgeslagen omdat we er een aantal jaren geleden al een CWIS bijneekomst over hebben gehad en ik inmiddels weet dat onze Refshare catalogus ook mobiel kan (Refmobile). Maar heb je behoefte om je catalogus mobiel te bevragen? Van de Ebsco-productman hoorde ik dat onze database Artic and Antartic Regions, die wij van Ebscohost betrekken ook mobiel kan, dat moet ik nog uitproberen. De track Sociale Netwerken heb ik gemist, maar in de wandelgangen werd daar druk over gesproken. De presentatie van de medewerkers van de Karlsruhe Institut für Technologie ga ik nog opvragen. Naar aanleiding van mijn eigen bliksempraatje kwam ik in gesprek met de heren en dat wekte toch wel mijn interesse. Prof. Andreas Geyer-Schulz doet onderzoek naar het effect van sociale netwerken en hij liet me een nog niet gepubliceerd artikel zien. Interessant.

De New Literacies heb ik overgeslagen, want het hele 23 dingen verhaal ken ik ondertussen wel, en studente Ida Aalen gaf in haar keynote op de laatste dag een mooi staaltje mediawijsheid ten beste.

Van wat ik gevolgd heb, maakte de track rondom het semantisch web, met veel linked data experimenten, de grootste indruk op me. Wat ik begrijp is dat er overal ter wereld bibliotheken bezig zijn te proberen greep te krijgen op linked data en daarmee experimenteren. Terecht merkte Patrick Danowski op dat je als bibliotheek niet veel kunt doen aan de publicatie van full text, maar je kunt wel je catalogus verrijken met koppeling aan externe bronnen.

Ook de voorbeelden van wat diverse mensen aan experimenten en praktische web 2.0 toepassingen doen (met name Guus van den Brekel is daar in Nederland erg actief in) geeft wel een aantal suggesties. De stelling van Guus dat bibliotheken een leidende rol hebben bij het uitleggen van web 2.0 toepassingen wordt niet alom gedeeld. Sowieso kwam telkens weer de vraag naar boven: ‘maar wat is daarbij de rol van de bibliotheek’. Duidelijk is dat je als bibliotheek zelf actie moet ondernemen, dicht bij je eigen stiel moet blijven en in gesprek gaan met je gebruikers en kijken naar wat zij nodig hebben.

Als nasleep van dit congres heb ik nog heel wat na te kijken en te overdenken. Alleen daarom al is het een geslaagd congres geweest. Het heeft me ideeën opgeleverd en in sommige gevallen (linked data) een beter begrip over de materie. En het is altijd nuttig om te horen waar anderen mee bezig zijn.

Het was een gezellig congres, 200 deelnemers is juist een mooi aantal om het niet massaal, maar toch gemêleerd te laten zijn.

Geen opmerkingen: