18 sep 2010

Lezing Frans Vera


Op dinsdagavond 7 september jl. organiseerde Elsevier de 2e H.J. Schoo lezing in de Rode Hoed in Amsterdam. Na een welkomswoord door Arendo Joustra, hoofdredacteur van het blad Elsevier en een inleiding door Simon Rozendaal, presenteerde Frans Vera zijn lezing onder de titel “Is de natuur een constructie?”.
In zijn inleiding verwees Simon Rozendaal naar de door Vera en Schoo gedeelde invloed van Jac.P.Thijsse, natuurbeschermer en –behouder van het eerste uur. Schoo, oud-hoofdredacteur van Elsevier, waarna deze lezingencyclus is genoemd, was ook een natuurbeschermer, zijns inziens was Nederland een cultuurlandschap; Schoo was tegen Ersatznatuur van de tekentafel, zoals hij dat noemde. Vera echter gelooft wel in de maakbaarheid van een stukje oorspronkelijke natuur. In Vera's proefschrift ‘Metaforen voor een wildernis: eik, hazelaar, rund en paard' in 1997 verdedigde hij het idee dat Europa van nature een parklandschap is met grote grazers

Frans Vera begint zijn presentatie met een verwijzing naar het beroemde boek over eilandevolutie van David Quammen ‘Het lied van de dodo’: de natuur als een Perzisch kleedje in stukken gesneden. Zo kun je de natuur in Europa ook zien. Ecosysteem als samenhang in Europa is verdwenen = in stukken gesneden
Het verdwijnen van de natuur begon met manipulatie van het landschap door de mens van af de steentijd. Vraag door de gehele tijdslijn aan oermensen ' wat is natuur' dan geven ze een referentiekader met de wildernis, de huidige mens is dat ijkpunt kwijt.

Soorten worden de verbeelding van de natuur, het raamwerk is niet meer natuurlijk, alles is ontgonnen. Het ijkpunt van de natuurbeschermers is dat van voor de invoering van de kunstmest, de boer is bepalend.
De natuurbeschermer van nu, en i.h.a. de mens van nu lijdt onder het syndroom van de verschuivende ijkpunten. Omdat niemand meer weet wat natuur is.
Andere visie op natuur is die van de successietheorie, ‘als je niets doet en ook vee eruit haalt, wordt alles vanzelf natuur’, zo wordt het gesloten bos het ijkpunt. Iedereen wordt verdraagzaam voor het kruipende verlies aan natuur en emotioneel omdat het een waarde vertegenwoordigd. Het bos wordt daardoor een enorm emotioneel obstakel.

Maar zie de oude meesters schilderden geen gesloten bos, maar veel.
Alle dieren, planteneters, eten wat anders, daardoor zijn er meer kansen voor vernieuwing en ontstaat een enorm soortenrijk, afwisselend parklandschap
In de Oostvaardersplassen lieten de grauwe ganzen zien dat zij de begroeiing konden sturen en daarmee ook de wisselende waterstand. Ganzen eten riet in het moeras tijdens de rui, maar daarna voornamelijk gras. Zo ontstond het idee om grote grazers in te zetten ter vervanging van oerrunderen en tarpans. Verschillende en jaarrond begrazing levert gevarieerde mogelijkheden.
De draagkracht van een natuurgebied bepaalt het aantal dieren dat na de winter overleefd.
Er is een relatie tussen vet en vruchtbaarheid. De natuur = voedsel reguleert aantallen. En die kunnen sterk variƫren.

Bosweidetheorie: Wilde grote planteneters zorgen voor het voortbestaan van de natuur, niet alles wordt kaal gevreten want doornstruiken beschermen de bomen.
Met referentie aan de psycholoog Daniel Kahneman, loss aversion theory, vertelt Vera over de reactie op het Plan Ooievaar, het doorsteken van de zomerdijken zodat de uiterwaarden van de Rijn weer kunnen overstromen bij hoog water. Vooraf werd voornamelijk ontkennend, want verliesmijdend gedrag vertoond. Dat is alleen te overkomen als er ergens een positief voorbeeld is. Nu de natuur in de uiterwaarden van het Gelders rivierengebied zich zo fascinerend ontwikkeld tot een afwisselend bloemrijk landschap is iedereen wel positief.
Frans Vera antwoord op de vraag ‘Is natuur een constructie’ met “Ja, de natuur is een constructie omdat we geen ijkpunt hebben”.
Aansluitend was er een discussie, waarbij vnl. werd gevraagd naar het dierenwelzijn in de Oostvaardersplassen. Dierenwelzijn, aldus Vera wordt m.n. gerefereerd aan huisdieren en niet aan bio-industrie. Het hek rondom de Oostvaardersplassen maakt niks uit, als je het vergelijkt met bijv. Serengeti waar ook 70 % overleefd.

De EHS, Ecologische Hoofdstructuur is conform grote infrastructuurplannen, waarbij natuurgebieden met elkaar verbonden worden. De schaal van natuurgebieden moet groter en dan kan er ook meer wb toeristen. Waarom is uitwerking van deze natuurontwikkelingsvisie juist in Nederland plaatsvindt, os vanwege 'necessity is the mother of invention' de noodzaak is hier aanwezig doordat het land klein en het aantal mensen groot is.
Het gaat niet zozeer over de biodiversiteit van soorten, maar die van ecosystemen.

Al met al een leerzame presentatie, die na te lezen is in een boekwerkje dat bij Elsevier besteld kan worden.

Geen opmerkingen: