Van JSTOR, de organisatie die oudere jaargangen van tijdschriften toegankelijk maakt, ontvingen we een soort feestschrift ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan. Het is getiteld ‘ JSTOR: past, present & future” en is geschreven door Michael P. Spinella. In het laatste hoofdstukje wijdt hij aandacht aan de toekomst onder de titel “Toward an online scholarly communication system”. Hij gaat hierbij vooral in op het succes van de digitalisering van de bestaande tijdschriften en de toenemende activiteit op het digitaliseren van bestaande content. Toegang is het magische woord hierbij. De vraag is of het ‘veilig/vestandig’ voor bibliotheken om hun papieren collectie de deur uit te doen. Of zoals hij zegt van ‘ownership’ naar electronically renting’ . En dan komen we bij het rechtenaspect en hoe dat soms ook voor een archiverende partij als JSTOR hinderlijk kan zijn. Maar concludeert hij, JSTOR blijft werken aan het ondersteunen van een gemeenschappelijke infrastructuur zodat de transitie van print naar elektronisch uitgeven voortgang kan boeken.
Het aardige hiervan is dat het ook helemaal uitgaat van het digitaliseren van bestaande informatie, in een vorm die gelijk is aan die gedrukte info. Specifieke, extra mogelijkheden die elektronisch publiceren biedt komen niet aan bod.
Ongeveer hetzelfde schreef John Mackenzie Owen in november 2005 in zijn proefschrift: “The scientific article in the age of digitization“.
Hij schrijft: “De kernvraag van dit proefschrift is in welke mate de opkomst van het elektronische tijdschrift heeft geleid tot het gebruik van de specifieke kenmerken van het digitale medium door de auteurs van wetenschappelijke artikelen”
Nou, niet dus. Het elektronische tijdschrift, zelfs de e-only uitgaven is qua vorm en inhoud een voortzetting van het gedrukte tijdschrift. En het zal nog wel een tijd duren voordat dat, langzame langs wegen van geleidelijkheid zal veranderen.
Mackenzie Owen: “ Samenvattend luidt de conclusie van dit onderzoek dat digitalisering van de formele wetenschappelijke communicatie tot uiting komt in aanzienlijke verbeteringen van het communicatiesysteem, maar niet in de vorm en inhoud van de wetenschappelijke informatie zelf. De belangrijkste innovaties ontstaan dan ook niet binnen de wetenschappelijke wereld, maar zijn gebaseerd op de activiteiten van wetenschappelijke bibliotheken en – vooral – commerciĆ«le uitgevers.”
Een samenvattend artikel schreef hij in de Informatieprofessional van januari 2006 onder de titel ‘De revolutie die uitbleef: elektronisch publiceren in de wetenschap'.
Weblog over mijn werk als informatiespecialist bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW).
1 okt 2007
De toekomst van het wetenschappelijke artikel
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten