1 okt 2011

CWTS-cursus meten van wetenschappelijke output 2

Maatschappelijke relevantie en de waarde van de wetenschap voor innovatie.
Prof Robert Tijssen gaat in op kenmerken van wetenschap en innovatie, hoe kun je wetenschap, de bijdrage van de wetenschap aan innovatie i.c. innovatieve producten herkennen?
De outputs zijn niet alleen publicaties, maar ook standaarden, training van Phd’s, patenten e.d., die hebben impact op de media en overhead en dat leidt tot beleid en economische inpassing in nieuwe processen en producten. Daaruit vloeien dan weer de ‘outcomes’ voort, de maatschappelijke en commerciĆ«le opbrengsten.
Om die opbrengsten en invloeden te meten kun je verschillende toolboxen gebruiken waaronder bibliometrische studies )maar ook econometrische en management studies en surveys.
Het is nog niet zo eenvoudig om de invloed van wetenschappelijk werk te meten, omdat je eerst moet weten wie de gebruikers zijn en wie er van profiteren, omdat er vaak sprake is van meervoudige invloeden. Ook kan er soms een behoorlijke tijdspanne zitten tussen onderzoek en een meetbaar resultaat. Causaliteit blijft moeilijk aantoonbaar.
Anders dan bijv. bibliometrische citatiepatronen laten ook surveys een overzicht zien van de waarde van de wetenschap. Bijvoorbeeld in een survey heeft de EU laten onderzoeken wat de houding van Europeanen is t.a.v. de wetenschap (Eurobarometer 340). Daaruit blijkt dat toch meer dan de helft van de bevolking positief staat t.o.v.de wetenschap en de maatschappelijke bijdrage van de wetenschap. Later in de week laat Ingeborg Meijer ons zien dat er naast bibliometrische methoden en survey’s nog andere methoden zijn om het maatschappelijk belang van onderzoek te meten. Zij hebben dat gedaan bij LUMC. Dat is wel een aardige aanvulling i.v.m. toenemend belang van ‘valorisatie’ (maatschappelijke waarde, ook ondernemerschap of publiek-private samenwerking).
Wel kom je, aldus Meijer snel in discussie terecht over meten van wetenschappelijke resultaten: kwantitatief vs kwalitatief, strikt wetenschappelijk en/of valorisatie, welke indicatoren je gebruikt en hoe die ingezet (c.q. gemanipuleerd )kunnen worden.
De methodologische vragen naar de robuustheid van de systematiek en de waarde ervan, m.n. vanwege het ontbreken van de relatie tot de wetenschappelijke kwaliteit.
Toevalligerwijs is er net die dag een onderzoek gepubliceerd van een consultancy bureau dat de economische verdiencapaciteit van de universiteit Leiden heeft gemeten en tot de conclusie komt dat leiden 4x zoveel opbrengt als het kost.

Tijssen laat in een aardige grafiek uit Google labs zien dat je bijvoorbeeld met Google books een aantal onderwerpen kunt vergelijken door in de full text van boeken te zoeken en te kijken naar het voorkomen van het gebruik van die termen (termen als innovatie, bibliometrics).

Geen opmerkingen: