Dijstelbloem, H., & Hagendijk, R. (2011). Onzekerheid troef: Het betwiste gezag van de wetenschap. Amsterdam: Van Gennep. In deze bundel worden aan de hand van verschillende cases gekeken naar het gezag van de wetenschap. Aan bod komen onder meer de maatschappelijke discussie over Genetische Manipulatie, Baarmoederhalsvaccinatie, de ‘onverwachte’ bankencrisis’, de schuivende voedselvoorlichting,de falende forensische uitspraken, de kafkaiaanse systeemfouten in overheidsbestuur en de citizen science in leefexperimenten. Dat maakt de bundel heel divers, maar uiteindelijk komen Dijstelbloem en Hagendijk toch wel tot een eenduidige conclusie: het gaat niet zozeer om wetenschap an sich, maar om de maatschappelijke toepassingen ervan en arrogantie en ivoren toren-gedrag van wetenschappers werkt contraproductief. Een aantal interessante punten worden aangereikt: • rol van het publiek: De ‘deficit hypothesis’, de idee dat het publiek domweg te weinig kennis en begrip heeft van wetenschap om zinvol deel te nemen aan publieke discussies en democratische besluitvorming leeft nog steeds onder de gevestigde wetenschappers. Inmiddels is toch wel duidelijk dat er beter naar het publiek moet worden geluisterd en met het publiek moet worden gecommuniceerd. Maar door ‘zelfoverschatting en chronisch gebrek aan institutionele zelfreflectie’ neemt de vervreemding tussen publiek en wetenschap alleen maar toe. • rol van de media : De scheiding tussen nieuwsvorming en beleidsvorming raakt vervaagd en dat leidt tot een ‘gemediatiseerde tijd”(-politiek – bestuur). De politiek van veelvoudigheden stelt dat gezaghebbend bestuur georganiseerd moet worden in een wereld van hyperrealiteiten, waarin politici meer dan eens zullen moeten reageren op incidenten en beelden en op betekenissen die anderen (..) toeschrijven. • houding van de ‘wetenschap’: In het debat over de HPV-vaccinatie voor meisjes speelt de Gezondheidsraad een rol in het communicatieproces die onzekerheid oproept. Ze presenteren zich als stem van de wetenschap, maar ze overstijgen de wetenschap in een poging tot oplossing voor een maatschappelijk vraagstuk te komen. Roger Pielke heeft de verschillende rollen van de wetenschapper beschreven in een vierveldentabel, waarbij de ‘pure scientist’ maar zelden voorkomt. De werkwijze van de Gezondheidsraad, de combinatie van wetenschappelijke gegevens en morele en politieke overtuigingen leiden tot een houding die Pielke noemt ‘stealth issue advocacy’. Door deze houding had het publiek het gvoel niet goed voorgelicht te zijn en ontstond er grote twijfel en onrust. Beter ware het geweest om de houding aan te nemen van ‘honest broker of policy alternatives’.m Dit had kunnen leiden tot meer openheid en overleg in samenstelling van het advies, waardoor er ook niet een gelijkluidend advies uit was gekomen, maar een aantal scenario’s. • rol van systemen: Twee hoofdstukken worden besteedt aan de waarde van de economische wetenschap, waarbij het voorspellen een belangrijke functie heeft. Aan de hand van geschetste modellen kunnen voorspellingen worden gedaan. Zaak is wel om dan alle factoren die van invloed zijn erbij te betrekken. Met als conclusie dat het vertrouwen in de economische wetenschap afhangt van de geldigheid van de gebruikte modellen. Noodzakelijk is een open leerproces en streven naar continue verbetering van systemen. • rol van voorlichting: In het hoofdstuk over voedselvoorlichting komt aan de orde dat het vertalen van uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek naar verantwoord individueel dan wel collectief handelen nog niet zo eenvoudig is. De wetenschap die nodig is in de publieke ruimte betreft niet zozeer verschuivende zekerheden, maar zoekt nar goede manieren om onzekerheden te hanteren. En ‘In plaats van het lab te laten regeren over complexe praktijken, start zulke wetenschap vanuit die praktijken”. Conclusie: ‘omgaan met onzekerheid in wetenschap, politiek en samenleving’. De beschreven controverses zijn niet zozeer wetenschappelijke als wel maatschappelijke controverses. ‘wetenschap staat bij de burgers in hoog aanzien, de verwachtingen zijn hoog gespannen en de ermee geassocieerde potentiële persoonlijke, commerciële en collectieve belangen groot. Maar daarom wordt ook de schijn van partijdigheid en vooringenomenheid gemakkelijk gewekt en geëxploiteerd door burgers die afwijzend of argwanend staan ten opzichte van plannen, voorstellen en projecten. Er zijn allerlei aanwijzingen dat burgers wetenschap erg belangrijk vinden en veel vertrouwen hebben in wetenschappelijke instellingen. Maar tegelijkertijd zijn veel burgers uiterst wantrouwig als wetenschappelijke expertise lijkt te worden vermengd met commercie of politiek. “ En nog een laatste aardige zin:, “Dat het primair maatschappelijke kwesties zijn waarin wetenschap en technologie een belangrijke maar niet allesbepalende rol spelen, is een inzicht dat vooral wetenschappers nog wel eens over het hoofd lijken te zien. “ Ik lees zojuist dat de Jonge Akademie een advies m.b.t. wetenschapscommunciatie heeft uitgebracht. Tussen onderzoek en samenleving: Aanbevelingen voor optimale wetenschapscommunicatie. De Jonge Akademie. 2012 | 28 pagina's | ISBN 978-90-6984-643-9 | Gratis te downloaden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten