25 aug 2012

Ticer 2012 Zegeningen van de wolk

De titel van deze module is ‘Libraries Leveraging the Cloud’ en dat kostte me nogal wat hoofdbrekens, vooral het woord ‘leveraging’(= een woord uit de financiële wereld met betekenis ‘investeren’, maar een ‘leverage’ kan ook een hefboomwerking betekenen. En gelet op een zinnetje uit een OCLC-rapport Libraries at Webscale “they can leverage the power of the Web” denk ik dat de titel verwijst naar die vermeende hefboomwerking.

Sinds ik in 1999 deel 2 van de trilogie ‘The information age: economy, society and culture’ van Manuel Castells las ‘The rise of the network society’ geloof ik dat de maatschappij verandert naar een netwerkmaatschappij. Een maatschappij waarbij het snijpunt van technologie, communicatie en informatie het gedrag van de mensen (individueel en als groep) bepaalt. De moderne Castells (hoewel minder sociologisch) heet James Glieck en zijn boek ‘Informatie: van tamtam tot internet’. Een van de conclusie van een project dat ik in de jaren negentig gedaan heb, was dat de technologie helaas nog niet zoveel mogelijkheden tot echt virtuele samenwerking te bieden had. Dus een ‘de-centered networked library’ als waar Frick het gisteren over had zat er toen nog niet in.

Inmiddels heeft onze netwerkmaatschappij met diensten als Email, Facebook en Dropbox al veel meer gestalte gekregen en daar komt dan nog de ‘cloud’ bij: softwarediensten waarbij je niet alleen de inhoud op het netwerk plaats maar waar ook de software zelf op het netwerk blijft en waar je met samenwerking en interactie je gegevens nog kunt verrijken. Of zoals Lorcan Dempsey (voorzitter van deze Ticer) het zei: hoe kun je de ‘cloud’ gebruiken om te balanceren tussen je locale resources en wereldwijde samenwerking.
De eerste spreker Jola Prinsen van de Universiteit van Tilburg(UvT) brengt het onderwerp meteen op ‘discovery services’ en zelfs beyond. Ik begin te begrijpen dat ‘discovery services‘ slechts een begin van de ‘discovery’ zijn en dat er nog een hele range aan webdiensten (webscale management) achter kan liggen. Voor mijn begrip van discovery-services zie een eerdere weblog
De UvT is met OCLC een project gestart voor de implementering van de discovery service Worldcat Local en daarbovenop de WorldShare Management Services (WMS)-diensten. Binnen de bibliotheek van de UvT was nogal waren nogal wat eigen binnenshuis gemaakte IT-systemen in gebruik. Door over te stappen op standaard software pakketten hoopt men de noodzakelijk specifieke IT programmeercapaciteit te kunnen reduceren en vrnl. uit te besteden. Omdat de huidige systemen al redelijk verouderd zijn, is het moment gekomen om een grote stap te maken in de richting van een andere efficiënter en makkelijker te onderhouden systeem. Uiteraard moest het passen in het kader van de personele reorganisatie en bezuinigingen. Er zou een integratie moeten zijn met discovery-, uitleen-, personeel- en financiële systemen, en management- informatie. De eerste fase, de implementatie van WorldcatLocal is gerealiseerd, maar wat betreft de overige Worldshare WMS systemen daar liggen nog een aantal problemen om op te lossen. Jola verklaarde nadrukkelijk dat zij als een soort Nederlands ‘proefkonijn’ fungeerde en nog steeds is. Tilburg wil ook zeker dat andere Nederlandse bibliotheken het uiteindelijk systeem zullen kunnen gaan gebruiken. Dat werd ook wel gewaardeerd bleek uit de discussie achteraf, waarbij nogal andere UB’s te kennen gaven ook al stappen te hebben gezet in die richting. Gereed is het niet, maar wanneer is een systeem ooit gereed?

Van Tilburg naar de Universiteitsbibliotheek van de Katholieke Universiteit Leuven. Jo Rademakers vertelde over zijn project van wat hij noemt ‘Unifying Resource Management’ Hij beschrijft een soortgelijk project als Jola, maar dan met Ex Libris als partner. Doel is een integratie van back-offices processen, bezuinigen, samenwerking, en service-oriented architecture. Zo ontstaat uiteindelijk ALMA: the next-generation library services framework.
Rademakers wil ook niet-bibliotheek bronnen niet uitsluiten als onderdeel van zijn ALMA-systeem en dan begint het al weer aardig op het new librarianship te lijken. Maar ook in Leuven zijn ze nog niet gereed en volop in beweging.

Na de lunch in deze ‘technologiesessie’ nog 2 sprekers de eerste (Voss) over data en de tweede (vdSompel) over synchroniseren van data.
Jakob Voss komt in zijn presentatie over Libraries in a data-centered world meteen al met een aantal radicale stellingen:
“The cloud = bullshit,……… software on the web remains just software and any software is inherently complex and becomes obsolete”
“All content will be digital”
Vooral met die laatste stelling hadden, ook later in pauzes, sommige deelnemers het echt wel moeilijk. Maar ik onderschrijf het wel: uiteindelijk zal alles digitaal worden.
Data verhoudt zich tot applicaties als wijn tot vis: bij rijpheid wordt de eerste (data) steeds beter en de tweede (vis) verrot en verdwijnt.
Voss heeft een aardige presentatie en hij brengt het ook erg leuk (beetje onderkoeld). Hij geeft nog 2 belangrijke adviezen:
“Don’t mess with data as facts or as observations, but treat them as documents, like other (digital) publications”
Als bibliotheken beperken we ons allang niet meer tot boeken, maar we moeten nog veel verder kijken, niet alleen naar andere media, maar ook naar data en andere data (een zebra in een dierentuin is ook een document). Ook hier komt Lankes ‘new librarianship’om de hoek kijken: link diverse gegevens in een verrijkte context.
En ook een notie van openheid, die zelfs zo ver gaat dat hij data als waardeloos beschouwd als je het niet kunt annoteren: “eResource fallacy: data that cannot be copied or modified is lost”.
De taken van de bibliotheek zijn : collect, arrange, make available en dat in de breedste zin van het woord. De taak komt aan bibliotheken omdat zij de perceptie hebben van vertrouwen, neutraliteit en volharding. Begin gewoon zegt hij, begin met te collectioneren (blogs, website, data repositories, preservation, exchange) zorg voor open toegankelijke data die geannoteerd kan worden.

Een tot slot van deze dag geeft Herbert van de Sompel een tamelijk technische uitleg over een manier om een geautomatiseerde back-up te maken van bestanden. Bijvoorbeeld de mirrorsite van Wikipedia, die moeten om de zoveel tijd gesynchroniseerd worden. Tot nu toe zijn daarvoor handmatige oplossingen bedacht, maar dat moet beter kunnen, dachten van de Sompel en zijn maatjes. En zij ontwierpen een systeem, gebaseerd op URIs (uniform resource identifier) met de veelgebruikte software sitemaps.org en met een xml-codering die je flexibel in kunt stellen en die na de basis synchronisatie, incrementele synchronisaties verzorgt op basis van een verstreken periode met een controle mechanisme. Ze maken ook gebruik van XMM PubSUB-server (nooit van gehoord, maar is wel interessant ook: http://xmpp.org/about-xmpp/technology-overview/pubsub/) Zij gebruiken mementoweb.org, dat het web archiveert, voor het herstellen van eventueel mislukte synchronisaties. Het werkdocument is gepubliceerd in openarchives.
En volgens hem is harvesten via OA-PMH achterhaald. In de begintijd zei hij, was er niets anders, maar nu zouden we het oplossen door te taggen.

Geen opmerkingen: