28 nov 2012

Register Bibliothecaris

Nu er weer stemmen op gaan om de actieven van de passieven te scheiden, ofwel in hedendaags jargon de ‘agile’(=slagvaardigen) van de ‘dode’(=inactieven), is het wellicht ook weer tijd om een al wat ouder idee op te poetsen.
En wel dat van de ‘register bibliothecaris’.

Wat de heren Joost Heessels en Jeroen de Boer betogen in hun voorstel op Bibliotheek 2.0 (iedereen ontslag en de banen opnieuw verdelen op basis van competenties ) zal m.i. niet het overall gewenste effect hebben.
Wellicht kan het tot een, voor de jonge heren gunstige , herschikking van banen komen, maar dat leidt niet noodzakelijkerwijs tot een scheiding van slagvaardige van inactieve bibliothecarissen. Het zal slechts leiden tot een scheiding van de ouderen en jongeren en dat is niet hetzelfde. Bovendien geeft het geen enkele garantie dat over 10 jaar niet dezelfde situatie weer is ontstaan.

In plaats daarvan pleit ik voor een beschermd beroep.
Laten we het de ‘Register bibliothecaris’ noemen. – Ik heb nooit van de term informatie-professional gehouden en dat mijn baan verder niets met een ruimte met boeken te maken heeft geeft helemaal niets: een journalist werkt ook niet alleen voor een journal.

Daar kan een mooie taak liggen voor de broepsvereniging de Koninklijke NVB. Die kan het register beheren.
Iedereen kan in het register worden ingeschreven die aan een basisopeiding (= basiscompetenties) voldoet. Jaarlijks, of eens in de zoveel jaar is men verplicht om door middel van het behalen van een aantal accreditatiepunten te bewijzen dat men nog steeds actief en bijgeschoold is. Alle bij- en nascholingen kunnen worden geklasseerd, bijvoorbeeld een jaarlijkse bezoek aan de NVB-jaarcongres levert 1 punt , maar een keer een bezoek aan de CIL levert 3 punten.
Zo kun je zorgen dat iedereen die zich bibliothecaris wil noemen ook daadwerkeleijk aan de normen van een ‘agile’ beroepsbeoefenaar voldoet. De GO kan een aparte bijscholingscursus opzetten om een ieder die na een ingeslapen periode weer geregistreerd wil worden, bij te scholen.
Zo blijft ieder bij de tijd, en is er volop dynamiek.
Zie ook de praktijk van het BIG-register. Dat is een – wettelijk verplicht – register voor zorgverleners. Een wettelijke verplichting is niet nodig, het kan ook vrijwillig als de werkgevers zich aan de beroepseisen houden en van hun medewerkers inschrijving vereisen.

19 nov 2012

NVB-congres

Het 2012 jaarcongres van de NVB had als thema: “Impact: informatie die ertoe doet” Dit jaar een jubileum congres, omdat de NVB 100 jaar bestaat in het Beatrix theater in Utrecht. Een feestcongres: geen inhoudelijke tracks met alle varianten op verandermanagement, maar prettig positief jubileum programma.


Sinds 2009 had ik me op het NVB-congres voorbereid door me op drie onderwerpen te concentreren:
- ordening versus serendipity
- sociale media en verwording maatschappij
- imago informatieprofessional
Het is wel leuk om die oude verslagen weer terug te lezen:
2009: Verbinden op inhoud 2010: Innovatie 2011 Een ander vak

Ook dit jaar weer kwamen de bekende thema’s weer aan de orde:
- Ordening in het boeiende verhaal van André Kuipers hoe alles nauwkeurig moest worden beschreven en gelocaliseerd in een Inventory Management System
- Social media in het verhaal van Lee Rainie van Pew over de spreiding en gebruik van SM (uit: The Onion: er zijn maar 4 mensen die Facebook echt leuk vinden, alle anderen ervaren een gevoel van wanhoop zodra ze ingelogd zijn)
- Imago informatieprofessional: cabaretier Murth Mossel over het stoffige beroepsimage: “er is geen ‘silence’ voice of Holland”, maar ook ‘imago is slechts perceptie’. Ook Michelynn McKnight die ons oproept flexibel en proactief te zijn ‘the agile librarian’ (meerdere congresgangers hebben me bekend dat ze het woord ‘agile’ = slagvaardig, moesten opzoeken in het woordenboek),

Maar er kwamen nog wat andere aandachtspunten over het voetlicht:
- Selectiviteit van informatie/kennisvergaring: Lee Rainie: ´we leven in datastreams, gebruiken informatie anders. Informatie ontwikkelt en verandert, het is overal, als een 3e huid. Maar Lee Rainie steekt ons een hart onder de riem: iedereen is onzeker is door de informatie/ontwikkeling dus heb vertrouwen in je kunnen als bibliothecaris om de kennis achter die informatie op te sporen.
Alexander Klöpping sprak in zijn 2e korte pitch over de eigen door algoritmen gefilterde informatievoorziening (informatie bubble: de glazen bol waarin je nieuwsstromen verwerkt van alleen geselecteerde bronnen en relaties op basis van omgeving).
- Ken je kracht: Lee Rainie:bibliothecarissen houden zich met kennis bezig niet met boeken.´What business are you in´’ en Michelynn McKnight ”Know, Show, Tell” (your expertise, your professionalism, your role in mission of institute). Murth Mossel: informatieprofessionals, ja die hebben we nodig in een wereld waarin het wemelt van de informatie-amateurs’.
- Niet bij digitaal alleen: Redmond O’Hanlon toont zijn lievelingsboeken en vertelt hoe hij daarmee en daardoor bereikt heeft waar hij is (speciale collectie Redmondiana in de Artis-bibliotheek).
André Kuipers verklaart over de Sojoez-raket: het is een oud systeem, dus veiliger want als alles uitvalt kun je met mechanische stuurwieltjes terugkomen en als klapper op de vuurpijl de oude tekst die Hans van Keken liet zien in zijn lezing over het apestaartje. Dat teken werd al in de 15e eeuw gebruikt als aanduiding voor een inhoudsmaat.

Verder genoten van het prachtige filmpje van André Kuipers en van de uitstekende en humorvolle prestatie van sneldichteres Dominique Engers.
Het woord ‘koinofilie’ geleerd van Vincent Icke over de schoonheid van de midelmaat en de waarheid als schok (dat is impact) en de Commissaris van de Koningin gehoord bij de uitreiking van het predikaat ‘koninklijk’ aan de voorzitter van de NVB.
Bij ontvangst gesmuld van een heerlijk tompoesje en een Heer Bommel mee naar huis.



Jammer, jammer, jammer dus dat er geen enkel stopcontact was om apparaatjes op te laden, en dat de wifi irritant haperde en telkens wegviel.

25 okt 2012

Endnote X6

Uiterlijk Endnote is vernieuwd en heeft een nieuwe look gekregen. Wat meteen opvalt na installatie van Endnote X6 is dat de schermindeling veranderd is. In plaats van een navigatie-kolom links en een titel-kolom op de rest van het scherm, met de eenregelige presentatie boven en de zoek, en toon in outputstyle-rij eronder. Alles staat nu in kolommen, naast elkaar. Dat is wel even wennen, maar zoals de introductie zegt, het past beter bij de moderne breedbeeld monitoren.
Maar voor de mensen die toch liever het oude beeld handhaven die kunnen met de Lay-Out knop rechtsonder op het scherm de panelen weer onder elkaar zetten.
Ook is de standaard font gewizigd van een prettige Arial 12 naar een onogelijke Segoe 9. Dat moet je eerst weer, onder alle tabs rechtzetten (via Preferences).
Opvallend is dat het logo van Endnote, inclusief de wervende leuze die eronder staat weer is aangepast. Jarenlang was het … Bibliographies Made Easy, wat zelfs een TM (registratie had (registered trademark). Maar in september 2009 met Endnote X3 kwam de eerste verandering, toen werd het (zonder voorlooppuntjes) Advance your Research and Publish Instantly.
En nu met Endnote X6 zijn we aangekomen bij: Collect, Collaborate, Create. From Anywhere.
Jarenlang heeft het logo van Endnote een omhoogkrullende eindhaal van de eind-e gehad, die het streepje door de t was. Bij Endnote X5 is dat verlaten terwijl toen juist weer het ronde in het beeldmerk terugkwam. Bij het nieuwste logo is dat mooi uitgewerkt met een uit letters bestaande dynamische ring.

Ook het uiterlijk van de website van Endnote (endnote.com) is geheel veranderd. Bij de support is nu een link gekomen naar een ‘knowledge base’ gebaseerd op het Forum, geheel in de Thomson Reuters stijl.

Nieuwe functies Er zijn twee nieuwe (functie)- velden toegevoegd: een waarin je kunt aangeven of je de betreffende titel gelezen hebt. Al die grijze punten in de lijst voor de titels duiden op een ongelezen status. In de Preferences zou nog wel een optie moeten worden toegevoed: Mark as read upon adding a record. Voor als je dat niet wilt gebruken, nu worden de nieuw geimporteerde records vet en moet je handmatig alles weer op Read (dus van vet af) halen.
En het tweede nieuwe veld is het veld Rating. Met sterretjes kun je aangeven hoe je die titel waardeert.
*
Enfin, verder kijkend, zie ik dat het nu echt lukt om pdf’s te importeren via het Import menu. Indien er in de pdf een DOI staat dan kan Endnote the gegevens er zelf bijzoeken. Met een standaard tijdschriftartikel gaat dat heel aardig. Met de functie References – Find Reference update kun je vervolgens de ontbrekende gegevens in de titelbeschrijving aanvullen. Dat gaat geweldig! Zelfs het Accession number uit Web of Science (UT) wordt toegevoegd. Die opties waren in Endnote X4 al toegevoegd, maar het werkte nooit zo goed, dus ik heb het verder nooit meegenomen in mijn instructies. Maar nu lijkt het echt goed werkbaar.
*
Nieuw is ook de mogelijkheid om een record (inclusief de pdf) per e-mail te versturen. Als je die met outputstyle Endnote Export verstuurd dan kun je hem als ontvanger - na Save as text - inlezen in je eigen Endnote (inclusief pdf).

Synchroniseren De grootste verandering van Endnote 16, althans hoe het wordt aangekondigd is het ‘From anywhere’, het continue synchroniseren van het desktop bestand met het web bestand.
Buitengewoon irritant is dat alle eerdere uitwisselingen niet meer werken en dat je weer helemaal opnieuw moet aanmelden voor Endnote Web.
Nog irritanter is het als blijkt dat een eenvoudige transfer van een groep met records van en naar Web niet meer kan, het is alles of niets. En bij een beetje grote Endnote Library ben je dus eindeloos bezig. In feite is het nu onbruikbaar geworden. Jammer.
Ik hou in ieder geval een versie van X5 open, zodat ik rustig Endnote groepen en files kan uitwisselen met Endnote Web.

Naamswijzigingen De optie Edit – Change Tekst, heet nu Edit – Find and Replace. Dat sluit uiteraard meer aan bij de gangbare benaming. Verder blijft het hetzelfde: je kiest het veld en zoekt een tekst (of teken) die je wilt veranderen in een andere. Onder Tools is de functie Change/Move fields uitgebreid met de functie Copy. Dat is wel prettig dat je nu de inhoud van een veld kunt kopiëren.

Conclusie: Endnote X6 lijkt wel goed als desktop programma. Voor het overzetten van records naar Endnote Web nog wel X5 blijven gebruiken.

Papierloos vergaderen met iPad


Sinds mijn eerste iPad ervaringen in 2010 is er op het gebied van het papierloos vergaderen nog niet zoveel gebeurd.
Er zijn wel mensen die proberen om zo min mogelijk te printen, maar gemiddeld vind je in vergaderingen nog de meerderheid van de mensen met pen en papier.

Maar.. nu met de iPad 3 en een verbeterde versie van zowel IOS, het iPad operating system als diverse apps, neemt het gebruik van de iPad voor papierloos vergaderen toe.

Hoe doe je dat nu?

Zorg ervoor dat je je vergaderstukken op de iPad hebt staan.
Of door je mail, met bijlage op de iPad te laten komen, of door de vergaderstukken in je DROPBOX te archiveren. Zorg vervolgens dat je dropbox synchroniseert met je dropbox-app op de iPad.
Vanuit je dropbox, klik je vervolgens de stukken aan. Met het icoontje van een pijltje naar links, linksboven kun je een context-menu openen, waarbij je kunt kiezen voor het openen van een pdf in een ander programma. Daarvoor kies je bijvoorbeeld iBOOKs, als je de stukken alleen wilt kunnen lezen, of Smart Note Free als je de pdfs ook wilt annoteren. Andere – betaalde – pdf-annotatie-apps zijn Goodreader en iAnnotate.

Voor word documenten en het maken van tekstbestanden gebruik ik de app Documents. Met Documents kun je je bestanden synchroniseren met Google Docs.

 De app FileApp gebruik ik om te kijken welke bestanden er staan op de iPad, om zo gedownloade bestanden te kunnen terugvinden.

12 okt 2012

Endnote pdf management

In Endnote kun je goed je pdf's beheren.
Standaard importeer ik titels uit Web of Science en daarna hang ik er met het commando "References - Find Full Text' als File Attachment de pdf aan. Zo heb ik een mooie index op mijn pdf-collectie. De pdfs worden opgeslagen in een aparte pdf-map die bij het Endnote-bestand hoort.
Ik kan ze makkelijk meenemen door een Compressed Library te maken en ik kan ze zelfs uploaden naar EndnoteWeb. Maar als het er veel worden, wordt Endnote wel erg traag in gebruik.
Dus dan is het eigenlijk niet meer zo goede oplossing om ze in het veld File Attachments te hebben en ze altijd mee te slepen. Ik wil ze dan ook ontkoppelen en in een ander veld een link opnemen naar de pdf.
Maar dat is niet zo makkelijk. Uiteindelijk is er wel een veld URL, maar die wordt al gebruikt voor de terugverwijzing naar het Web of Science document. Ik zou de pdf url er wel bij kunnen zetten.

Hoe pak ik dat aan?

Ik verplaats de map met pdfs naar een plekje op mijn computer dat beter geschikt is. Helaas kan ik de optie Tools- Change and Move Fields niet gebruiken, want het veld File Attachments kan niet verplaatst worden. Dan maar via een export..

Omdat de bestandsnamen van de pdfs spaties bevatten, gebruik ik eerst het commando Edit - Change Text, om de spaties in het veld File Attachment om te zetten naar de codering voor spatie: %20.

Vervolgens exporteer ik het hele bestand met als outputstyle Endnote Export. Ik open het exportbestand in Notepad en Replace '%> internal-pdf://' met '%U file:///D:\PDFS\'.

En ik lees alles in in een nieuw schoon Endnote-bestand. En dan staat de pdf in mijn Endnotelibrary als aanklikbare link.

[Met dank aan Suat Tuzgöl en R. Broekman.]

8 okt 2012

Ulixes

Ulixes. James Joyce, vert. door Erik Bindervoet & Robbert-Jan Henkes. Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2012.
Op tijd voor onze vakantie in Ierland verscheen de nieuwe vertaling van het meesterwerk van James Joyce ‘Ulysses’. Opgezet naar analogie van de Odysseia, Homerus’ vertelling uit de Griekse mythologie over de omzwervingen van Odysseus, zijn zoon Telemachus en vrouw Penelope, die thuis bleef. Joyce’s Ulixes speelt zich af op 16 juni 1904 tot in de vroege morgen van 17 juni daaropvolgend en beschrijft de omzwervingen en de gedachtenwereld van de Dubliner Leopold Bloom, Joyce’s alter ego Stephen Dedalus en Molly Bloom. Zoals zoveel mensen heb ik ooit geprobeerd de Ulysses in het Engels te lezen. Maar, evenzogoed net als velen (3e op de BBC-lijst niet-uitgelezen boek) kon ik het niet uitlezen. Vanwege de vele moeilijke Engelse woorden, maar ook het vele (Dublinse) dialect en de vele fantasiewoorden, almede door de stroom van bijna onnavolgbare gedachtengangen van de hoofdpersonen. In de nieuwe vertaling van Bindervoet & Henkes, die vlotter zou moeten aansluiten bij het taalgebruik van Joyce zou het moeten lukken. Vooraf hebben Eric en ik het laatste stuk van de monologue intérieur van Molly Bloom , waarmee het boek eindigt gelezen. Dit is de tekst die Kate Bush gebruikt in haar heropname van het nummer ‘the sensual world’ nu 'flower of the mountain'. En we vonden de vertaling schitterend.
Na drie dagen Dublin ben ik erin begonnen. Later tijdens de vakantie bezochten we het strand van Howth, de Martello toren in Sandycove (die nu Joyce’s tower heet en het Joyce museum bevat) en zwierven we zelf door Dublin. Het standbeeld van Joyce staat net ‘off’ O’Connellstreet, de belangrijkste straat van Dublin, en daar waren we dus ook.

Dublin anno 2012 is wel wat anders dan 1904, met name de bedrijvigheid op de rivier de Liffey, die nu door bruggen en de haven aan de kust niet meer bestaat. Ook waren er in 1904 nog geen auto’s, en in plaats daarvan is er nog sprake van paarden en koetsen. Maar voor het overige had ik wel het gevoel dat het ritme van Dublin dat uit het boek spreekt nog steeds levend is.

Na de eerste honderd of zo pagina’s wordt je wel een beetje moe van wat ik Heidelbergiaans studentenbravoure noem: heren studenten die met gebruik van zoveel mogelijk moeilijke woorden en begrippen elkaar in discoursen (nietszeggende discussies) proberen af te troeven.
Het volgen (proberen te volgen) van de gedachtengangen, de stream of consiousceness van de diverse personen is zonder meer aardig, poëtisch en soms extra verrassend. Wel is het perspectief erg vanuit een man geschreven met veel aandacht voor seks en opwaaiende rokken. Molly’s monoloog is ronduit fascinerend.
De literaire vorm verandert ook van beschrijvend, naar theatraal en zelfs hallucinogene passages zitten erin. Het stuk met vraag en antwoord (en wat deed onze hoofdpersoon toen…) is ronduit komisch om te lezen. Al met al was het een speciale leeservaring. Als Joyce nog zou leven zou ik zeggen: ‘ga er nog eens met het rode potlood doorheen, er kunnen best wel wat van die opschepperige stukken uit’. Al zou hij ongetwijfeld antwoorden: ‘dan heb je het niet begrepen’. Soit.
Evenzogoed aanbevolen! De Engelse versie is als – gratis – ebook te downloaden vanaf de Gutenberg.org site en ook als audio-book.

27 aug 2012

Ticer 2012 Nabeschouwing

De Ticer Summerschool bedoeld om de nieuwste ontwikkeling te volgen op het gebied van digitale bibliotheken. Het is een vierdaagse cursus met per dag een module, die ook afzonderlijk te boeken is. Ik had en beetje het gevoel dat er hierbij op 2 gedachten wordt gehinkt. Zelf vind ik het fijn om me een hele week onder te dompelen met collega’s om van gedachte te wisselen over nieuwste ontwikkelen. In vier dagen krijg je een goed overzicht van wat er gaande is. En bij een enkeldaags programma krijg je meer het gevoel van een workshop of conferentiedag. Helaas was er ook geen afwisselin gin didactische werkvormen: er werden allen presentaties gegeven gevolgd door discussie, geen workshop of actieve bijdrage van deelnamers anders dan discussie en vragen. De programmering was ook niet dermate scherp afgebakend dat echt alleen die benoemde subonderwerpen aan bod kwamen. Of dat sommige presentaties toch op een andere dag waren gezet om die dag wat interessanter te maken. Dus hoewel de modules een mooie eigen titel hadden, heb ik niet echt het gevoel gehad dat er veel verschil zat in de dagen.
1.Library Strategy in the 21st Century: From vision to execution
2. Libraries leveraging the cloud: Technological Developments
3. Redefining Research Support
4. Connecting Students, Faculty and Resources.
Wat kwam er zoal aan de orde?
De belangrijkste vraag is nog steeds: wat is de veranderende rol van de bibliotheek en van de bibliothecaris. En zoals de allereerste spreker David Lankes al aangaf zijn dat 2 verschillende zaken. De bibliotheek, als ruimte gaat steeds meer een andere vorm krijgen, omdat er minder print en meer digitaal wordt, de eisen voor studieplekken veranderen naar groepswerk, multimedia en creatieve ruimte. De diensten die een bibliotheek aanbiedt liggen nog steeds in het vlak van informatie ontsluiting, toegankelijk maken, de bibliotheek als kennis navigator. Bouw het raamwerk waarbinnen de wetenschapper zijn weg kan vinden in de informatiewereld: aanbod aan databases, aanbod aan opslagmedia voor publicaties en allerlei ander materiaal.
De bibliothecaris die dat uit moet voeren is doordrongen van de ideeën van het ‘new librarianship’ en weet door re-skilling de traditionele waarden nieuw leven in te blazen (informatie moet vrij zijn, open en toegankelijk), de catalogus kan verrijkt worden met andere data en informatievaardigheid en onderzoeksondersteuning zijn onderdeel van de functie.
Op zich is het niet zo nieuw dat het zwaartepunt langzaam verschuift van collectiemanagement naar onderzoeksondersteuning inz. publicaties, research data en citaties. Maar wat me wel verbaasde is dat het zo langzaam gaat, dat veel UB’s nog worstelen met loodzware bibliotheekmanagement systemen, dat er nog mensen zijn die er niet aan willen dat alles digitaal wordt en die zelfs maar het idee dat universiteiten als locale instituties op kunnen houden te bestaan niet kunnen bevatten. Meerdere malen ook heb ik de klacht gehoord dat ‘de mensen’ niet meewillen: re-skillen (omscholen) is prima, maar de medewerkers willen het niet is een alom gehoorde klacht. Zit er dan nog zoveel tegenwerking, en waarom is er zoveel verzet?
Het blijft een fascinerende wereld, de wereld van de bibliotheken, maar op sommige punten toch aardig onbegrijpelijk.

Veel echt nieuwe dingen heb ik niet gehoord, wel een aantal bevestigingen van wat ik al (soms al veel) langer wist en onderschrijf bijv. over onderzoeksdata, netwerken, citatiescores, open access, linked open data. Sommige dingen waren toch redelijk nieuw voor me zoals de Open Educational Resources (en de ultieme consequenties), infrastructuur bouwen (hoe doe je dat?) en experimenteren (nieuwe gadgets en diensten uitvinden hoort bij de bibliotheek).

Al met al toch een leerzame cursus, niet in het minst door de plezierige contacten met collega bibliothecarissen.
De accommodatie was goed (elektriciteit op iedere plek, behoorlijke zaal, goede wifi, koffie en eten waren goed verzorgd). Het hotel, de Postelse Hoeve, liet wel te wensen over: bloedheet en geen spoor van bereidheid om daar iets tegen te doen (bijv. open zetten deuren van de gang ). Daar ga ik dus zeker nooit meer heen. Hierbij dus officieel mijn suggestie om voortaan een beter hotel uit te kiezen bijv. in Breda.