30 mei 2007

Bijzondere Collecties

Als afgestudeerde aan de Universiteit van Amsterdam heb ik een uitnodiging gekregen (en aanvaard) voor een rondleiding in het nieuwe gebouw van de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek. Deze afdeling heeft een nieuwe locatie gekregen aan de Oude Turfmarkt in Amsterdam.
De Amsterdamse Universiteits Vereniging is de algemene alumni vereniging van de UvA. Ze hadden een aantrekkelijk programma gemaakt, met een tweetal inleidingen, een rondleiding door de leeszalen en een bezoek aan de tentoonstelling.
Door het oude poortje, dat nu gebruikt wordt als ingang, kom je in een lichte balieruimte. Daarnaast is het museumcafé dat ook gebruikt wordt voor de naaste buur, het Allard Pierson Museum,
Ab van der Steur, een antiquaar uit Haarlem gaf in een schets een kort overzicht van het antiquariaat in Nederland (op basis van het boek van P. Buijnsters ‘ Geschiedenis van het Nederlandse Antiquariaat' ). Hij eindigde met de lichtelijk pessimistische stelling dat het einde van het Nederlandse antiquariaat in zicht is vanwege de geheel andere verkooptechnieken die beschikbaar zijn gekomen met Internet, waardoor vakkennis en vondsten minder belangrijk zijn en een eigen vaste klantenkring ook nauwelijks meer een rol speelt.
Prof. J. Biemans gaf een overzicht van de geschiedenis van de bijzondere collecties en leidde ons rond door de studiezalen. De naslagcollectie staat wel in open opstelling, maar de bijzondere werken zelf zijn alleen op aanvraag toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek. In het pand, in het achterhuis zijn de drie afzonderlijke studiezalen in stijlkamers ingericht voor de Rosenthaliana, voor de Vereniging van het boekenvak en voor de Kerkelijke collecties. Het zag er allemaal prachtig uit.
Uit de objecten die onderdeel zijn van de Bijzondere collecties is een tentoonstelling samengesteld ‘ Amsterdam in de wereld – de wereld in Amsterdam’. Met mooie bijbels en prenten. En als klap op de vuurpijl kon ik, wachtend op de tram genieten van het videokunstwerk van Rob Johannesma, dat beelden laat zien uit de collectie (en dat kan nog negen jaar lang, voordat het zich gaat herhalen).

Geen opmerkingen: