21 jan 2008

Collaboratories

Een klein jaartje geleden meldde ik dat ik mijn woordenschat had verrijkt met woorden uit het SurfShare-programma: het ging over collaboratories, digitale werkbanken en verrijkte publicaties. En zojuist stuitte ik op een aardig onderzoek dat vorig jaar in datzelfde Surfshare kader gehouden is door K.G. van der Poel. Het heet: ‘Verkenning van de interesse van wetenschappelijke onderzoekers in WP1- Verrijkte publicaties en – WP 2 collaboraties’.
Niet verrassend was zijn constatering dat de meeste ondervraagde wetenschappers daar nog nooit van gehoord hadden.
Hij geeft interessante definities: “Onder Verrijkte Publicaties (VP) worden in deze context bedoeld: Verzamelingen (repositories) van aan elkaar gerelateerde datasets, bestaande uit klassieke wetenschappelijke publicaties en daaraan verbonden onderzoeksdata, modellen, procesbeschrijvingen, visualiseringen en ander gerelateerd digitaal materiaal.”en “Onder Collaboratories worden in deze context verstaan: De infrastructurele voorzieningen in de vorm van software, werkmethoden, standaards en communicatiemiddelen, die de samenwerking vereenvoudigen tussen wetenschappers, onafhankelijk van plaats, tijd, organisatievorm en cultuur.”

Collaboratories worden ook wel: Scholarly Workbench, Virtuele Werkplaats, Virtual Research Environment genoemd, en Verrijkte Publicaties “Scientific Publication Packages” (SSP).

Die SSP haalt hij uit een artikel in het tijdschrift The International Journal of Digital Curation van Jane Hunter (hij geeft daar in zijn literatuurlijst wel melding maar geen URL voor).

Als aardige conclusie komt hij met een uitbreiding van de vragen van wetenschappers: “Naar mijn interpretatie tekenen zich in het onderzoeksterrein niet twee, maar vier interesse gebieden af, in volgorde van ‘veelbelovendheid’:
o Databases
o Verrijkte Publicaties
o Gemeenschappelijke applicaties
o Collaboratories “
……………………………………………………
De vraag van de wetenschappers is luid en duidelijk: “help ons met de conceptualisering, de ontwikkeling en het onderhoud van onze databases.” “

Ik vind dit een aardige conclusie omdat we juist afgelopen donderdag met het VLIZ hebben afgesproken dat we een traject met database (access) instructies gaan beginnen. Voordat je nl. je datasets goed kan opslaan, moet je eerst weten hoe.
Hij onderscheidt 3 soorten verrijkte publicaties:
- publicaties met de daarbij behorende onderzoeksgegevens,
- publicaties, uitgebreid met toevoegingen,
- publicaties, verrijkt met post-publicatie data (zoals waarderingen)

De gevraagde ‘gemeenschappelijke applicaties is zoiets als e-Laborate, een samenwerkingstool van het Huygensinstituut. Dat is een onder iTOR vallende activiteit, die me niet meer actueel lijkt. Als je nu op de website kijkt is het bijgewerkt tot 2005/5. maar er is nog wel een artikel uit 2007 over e-Laborate. Ga ik nog lezen.
En tot slot de Collaboratories, een soort Sharepoint of SAKAI waar Surf zich wel voor wilde inzetten, maar wat nog niet de warme belangstelling van de wetenschappers heeft.
Grappig vind ik ook zijn opmerkingen over de ‘pocket of interest’ die hij bij de wetenschappers signaleert. Wat een uitdrukkingen allemaal!
Weer heel wat interessante literatuur voor de maandagavond, en dat terwijl ik eigenlijk Deeboeks Twitter-link volgde naar de: ´The European Repository Landscape'uitkomst-rapporten van DRIVER. Daar ben ik helemaal niet aan toe gekomen, mijn ‘pocket of interest’ ligt nu eenmaal meer bij de scholarly workbench dan bij de repository.
En dan heb ik het nog niet over de Amerikaanse site met info over collaboratories, met een prachtige collaboratory triangle:



Geen opmerkingen: